44 menten meermalen nutteloos heen en weer trekken, terwijl het voor schrift den vijand spoedig het middel aan de hand doet, om onze troepen op eene voor hem gemakkelijke en niets gevaarlijke wijze af te matten. De bedoeling van eene dergelijke bepaling is echter goed. Afgescheiden van de hierboven gemaakte opmerkingen betreffende de samenstelling, hebben wij nog een groot bezwaar tegen de bepaling dat een ieder, die met de wapens in handen wordt aangetroffen, zoncler vorm van proces wordt neergeschoten. Wij geven toe dat detache menten als hier bedoeld in omstandigheden kunnen geraken, dat zij door krijgsgevangenen te maken en mede te voeren, het beoogde doel zullen schaden, zelfs missen. In zulke gevallen blijft het aan het oordeel van den commandant overgelaten hoe te handelen. Doch het gaat niet aan, om in een voorschrift op den velddienst voor een leger van een Christelijke mogendheid zulk eene met het eerste begrip van goed recht strijdende bepaling op te nemen en eenige volzinnen verder zich niet te ontzien de zalvende woorden te bezigen, dat die detachementen „hun vertrouwen alleen op God, „zich zelf en in hun wapens moeten stellen." En hiermede kunnen wij de door C.Sr. gemaakte bemerkingen als behandeld beschouwen, doch veroorloven ons nog de opmerking, dat hij geen rekening houdt met de ondervinding bij het aangeven der wijzen waarop een volkomen bruikbaar velddienst-reglement binnen korten tijd kan worden verkregen. Hij toch kan weten, dat het verstrekken aan een voldoend aantal uitgekozen officieren van een opdracht om elk voor zich zelf zulk een werk samen te stellen niet tot een gewenscht einde kan leiden, zoomede dat zulk een werk vastgesteld op de wetenschappelijke vereenigingen veel, zelfs zeer veel tijd zal vereischen, wil men de zekerheid hebben, dat de voor schriften, zoowel wat strekking als redactie aangaat, overeenkomen met de inzichten vau de meerderheid der officieren. PadangMei 1884. H. C. A. R. De redactie wenscht hiermede het debat in dit Tijdschrift tusschen H. C. A. R. en C. Senior over het Voorloopig Voorschrift op den Velddienst van het Indische leger te sluiten. Rep.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 55