552 expeditie op 10 dagen), en van eene maand voor de in de verster king te Tenom achter te laten bezetting. 4^ Het vervoer over zee zou worden geregeld, zoodra omtrent het zenden der expeditie was beslist. Na afloop der conferentie ving de intendance onmiddellijk hare werk zaamheden aan, met het bijeenbrengen van de mede te nemen voor raden vivres, fournituren, kazerneering, ververschingen voor zieken en gewonden, enz. Als grondslag daarbij diende, een door den kapitein-intendant C H W. Boers samengestelde uitrustingsstaat. Deze staat wordt onder Bijl. 1. overgelegd. Men kan zich daardoor een denkbeeld vormen van de hoeveelheid en verscheidenheid der artikelen, welke bij eene Indische overzeesehe expeditie moeten worden medegenomen. Zooals uit die bijlage is te zien, werd op den staat nauwkeurig aangegeven, wat de aannemer van vivres voor de troepen te Atjeh te leveren had en waarvoor de beheerders van het afdeelings- en garni- zoenskleedingmagazijn en de administrateur van het hospitaal te Pantej-Perak hadden zorg te dragen. Zij ontvingen de aanschrijving e vivres en goederen zoo spoedig mogelijk, in tweemansvrachten van 40 Kg. afgepakt, in gereedheid te doen brengen en af te leveren in het stapelinagazijn te Oleh-leh. Twee dagen later (20 December) was de geheele uitrusting voor de expeditie, vermeld in Bijl. 1, in dat magazijn opgeschuurd. Den 24"" d. a. v. werd door den Gouverneur van Atjeh en Onder- hoongheden in overleg met den Gewestelijken militairen commandant en den Stations-commandant tot het zenden der expeditie naar Tenom besloten; de dag van vertrek zou later worden bepaald. Het vervoer der expeditionnaire macht over zee en het debarkement te Tenom, dienden thans in de eerste plaats te worden geregeld. Ten einde te weten in hoeverre men daarbij op de hulp der Marine mocht rekenen, werd den Stations-commandant verzocht te willen mededeelen le Welke schepen der Marine aan de expeditie konden deelnemen. 2" Of door haar kon worden voorzien in de noodige debarkements- middelen, waaronder stoonisloepen. 3e Of eene sectie veldartillerie en eene sectie bergartillerie (beide

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 565