553 zonder paarden) met 2 mortieren, de bediening, munitie, reserve- munitie en dwaugarbeiders, met de aan de expeditie deel te nemen schepen der Marine konden worden overgevoerd. Het antwoord op deze vragen luidde: le. Z. M. stoomschepen Bromo, Banka en Palembang nemen deel aan de expeditie. 2e. Bij het debarkement te Tenom zal de Marine alle beschikbare sloepen, waarmede 300 man tegelijk aan wal kunnen worden ge zet, benevens twee stoombarkassen, ter beschikking stellen van den expeditie-commandant. 3e. Respectievelijk kunnen worden overgevoerd door de Bromo90 man (40 artilleristen en 50 man genietroepen) en 100 dwangarbeiders, de Banka: 1 compagnie Amboineezen met 25 dwangarbeiders, de Palembang: 75 dwangarbeiders. Het artillerie-materieel en voor zoover mogelijk, de daarbij be- hoorende munitie kan door de Bromo worden ingenomen. Gelet op de sterkte der expeditionnaire macht, was derhalve de inhuring van een particulier stoomschip voor het vervoer van de overige troepen, vivres en materialen, noodzakelijk. Te Oleh-leh was echter zulk een stoomer niet aanwezigdaarom verzocht de daar aanwezige agent der Nederlandsch-Indische Stoom vaart-Maatschappij aan zijn ambtgenoot te Penang om, of den stoomer Kongsie, welke op die plaats zijn moest, onmiddelijk naar Oleh-leh op te zenden, of wel voor hetzelfde doel den stooomer Devonhurst per telegram van Singapore te ontbieden. Yoor de inhuring moest natuurlijk een contract worden gesloten. De agent te Oleh-leh verklaarde zich hiertoe niet bevoegd; wel kon door hem eene voorloopige overeenkomst met den gewestelijken intendant, tot wiens taak de inhuring van eene der beide schepen, (Kongsie of Devonhurst) behoorde, worden aangegaan op den voet der algemeene voorwaarden, door den Commandant van het Leger den 19 Nov. 1881 vastgesteld (1), maar het bepalen van den prijs der inhuring moest geschieden door den Hoofd-Inteudaut en den IIoofd-Agent der Stoomvaart-Maatschappij te Batavia. (1) Wensclielijk zoude het m. i. zijn, dat deze voorwaarden in druk werden uitgegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 566