591
de gegevens voor een artikel over dit onderwerp en hopen het spoedig
der redactie van het Ind. Mil. Tijdsehr. ter plaatsing aan te bieden.
Dat er in den Atjeh-oorlog en dien in Algerië geen punten van
overeenkomst zouden zijn, ontkennen wij op grond van onze studiën
over Algerië.
De door den weinig betalenden opgesomde verschillen, wat deze
oorlogen betreft, hebben weinig waarde.
Eene vergelijking tusschen het bevolkingscijfer in Frankrijk en
Nederland, is een hors-d'oeuvre.
Die vergelijking zou alleen waarde hebben, wanneer Nederland
uitsluitend met landszonen oorlog voerde in Atjeh. Maar nu men
krijg voert met huurlingen uit alle oorden van de wereld, doet het
bevolkingscijfer van het land, dat slechts voor een gering deel de
manschappen levert, er weinig toe.
En wat komt het er op aan, dat Batavia een dag of vier verder
stoomens van Oleh-leh ligt, dan Marseille van Algiers, 't Is een
quaestie van transport en anders niet.
In het algemeen kan gezegd worden, dat verschil in proportiën
niets afdoen op het te volgen stelsel.
Doch dit zijn ons inziens bijzaken.
Maar bedenkelijker wordt het schrijven van den weinig betalenden
wanneer hij beweert, dat de Atjeh-oorlog en die door de Franschen
in Algerië gevoerd ongelijkslachtige grootheden zijn (blz. 555).
De geheele studie van den oorlog in Algerië wordt als met een
slag, als zonder nut, ter zijde gesteld, omdat eene vergelijking met
de toestanden te Atjeh volgens den weinig betalenden zonder be-
teekenis zou zijn, want „eene vergelijking is geheel onmogelijk",
(blz. 554).
Alvorens dezen schrijver verder te volgen, achten wij het beter
de zaak meer in het algemeen te overzien.
In de geschiedenis der volken vindt men geen twee oorlogen,
welke gelijk en gelijkvormig zijn. Altijd kan gewezen worden op
groote verschillenop andere omstandigheden, op eene andere verhou
ding van de op elkander gewerkt hebbende krachten, enz. en het is
ook goed op die verschillen te wijzen.