597 Tell genoemd wordt, en door Fransche, Spaansche en andere kolonisten geëxploiteerd wordt op voorspoedige wijze, 't Is vooral in dit gedeelte van Algerië, waar de vreemde reiziger gedwongen wordt het werk der Franschen te bewonderen. De kustverlichting kan voor ons Nederlanders als voorbeeld strekken, nu wij na zooveel langer bezit van den Indischen archipel, in dit opzicht nog zoo achterlijk zijn. Spoorwegen en telegraphische verbindingen, kunstwerken van allerlei aard, bruggen, waterleidingen en waterreservoirs, kortom alles wat de hedendaagsche kunst vermag, is op dit deel van Afri ka's noordkust toegepast op zoodanige wijze, dat de wildernissen van het jaar 1830 herschapen zijn in een doorloopenden tuin, waarin de geur van den citroen- en den oranjeboom u tegenwaait en allerlei vruchten, groenten, granen en verdere nuttige gewassen, de middelen zijn van opkomst en voorspoed van duizende Europeanen, die in dit land hun geluk zijn komen beproeven. De tentoonstelling te Parijs in 1878 en die te Amsterdam in 1883, hadden beiden eene afzonderlijke 'afdeeling voor Algerië, waar de kunstwerken in model en de pro ducten in natura waren uitgestald. Hij, die deze tentoonstellingen heeft gezien, zal niet meer zeggen dat de Franschen bij ons les moeten komen nemen. De Tell is slechts op eene plaats afgebroken door eene berggroep, het woonoord der Kabylen, overigens wordt de Teil ten zuiden begrensd door een bergketen, welke de grens is van de hoogvlakten en prairiën, waar de Arabieren hunne kudden weiden. Ten zuiden van die plateaux loopt weder een bergketen evenwijdig aan de reeds genoemde en bezuiden daarvan, begint het land der dadels dat zachtkens afdaalt naar de Sahara. Die overgang van het bewoonbare land naar de woestijn, moet men zich evenwel niet voorstellen als eene kustlijn, maar als eene zeer onregelmatige verscheidenheid van vruchtbaarheid en dorheid, zoodat men ook niet juist kan zeggen waar de Sahara begint. Hoe meer deze woestijn in de laatste jaren door reizigers is bezocht, hoe meer het beeld dat men er zich eertijds van vormde, gewijzigd is geworden. De oasen vertoonen zich nu eens als een dichte eilandengroep, dan weer als geïso leerde punten. Het zijn de woonplaatsen der Berberen. De verovering van een dusdanig land vordert een oorlog, waarvan de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 608