602 Volgens onze meening moet de mindere geoefendheid der infanterie worden toegeschreven, aan de tegenwoordig gevolgd wordende minder goede methode en aan de weinig hreede opvatting dier oefeningen. In de volgende regelen wenschen wij die meening nader te ontwik kelen en hopen wij de overtuiging te vestigen, dat verandering drin gend noodig is. Wij wenschen dit niet te doen door in het breede de gebreken aan te toonen, verbonden aan de tegenwoordige wijze van oefenen, doch willen meer de voordeelen doen uitkomen te ver krijgen bij eene andere methode en opvatting. Wij zullen niet alle bestaande reglementen en voorschriften afkeuren, doch trachten aan te toonen dat wij, roeiende met de riemen die wij hebben, betere resultaten kunnen verkrijgen. Wat is er alzoo omtrent de oefeningen voorgeschreven? In de eerste plaats de verschillende exercitie-reglementenvervol gens het voorschrift betreffende de wapenen en schietoefeningen bet voorloopig voorschrift op den velddienst, eenige algemeene orders, in hoofdzaak betrekking hebbende op militaire marschen en manoeuvres, en de voorloopige instructie betreffende de depot-bataljons. Wij missen echter een leiddraad' bij het houden der oefeningen, met dat gevolg dat alle eenheid ontbreekt. Bij de verschillende korpsenworden de oefeningen op verschillende wijzen geleid. De persoonlijke opvatting van den chef bepaalt, aan welke oefeningen de meeste waarde moet worden gehecht; terwijl onze gebrekkige exercitie-reglementen, in vele gevallen voor verschillende uitleggingen vatbaar, oorzaak zijndat zelfs niet bij alle korpsen op dezelfde wijze wordt geëxerceerden zulks niettegenstaande het exerceeren de grondslag is voor alle verdere oefening. Aan een dergelijken leiddraad bestaat dus eene dringende behoefte, en hoewel wij vertrouwendatmochten wij eens een chef van het wapen of inspecteur krijgenzijn eerste arbeid zoude zijnhem te doen samenstellenzoo vermeenen wij tochdat de IIde Afd. van het Dep. v. Oorl. een goed werk zou verrichten, door reeds nu in die behoefte te voorzien. Wanneer wij over „oefeningen der troepen" spreken, bedoelen wij niet alleen die der manschappen, maar in de eerste plaats die der officieren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 613