605 voor verantwoordelijk zijn. Voorschrift betreffende de wapenen en de schietoefeningen bij de Infanterie van het O. I. Leger. In leiding. le en 2e alinea.) Blijkens A. O. 1883 n° 50 behooren ook de kamer schietoefening en der Infanterie in dit Voorschrift te worden opgenomen. [Aanhef van de Alg. Order.] Omtrent den velddienst is bepaald: Ook in den velddienst wonlt de com pagnie door den compagnies-commandant geoefend. (Coinp. School 115.) Ten slotte vinden wij in 126 van de Compagnie-school bepaald Boven en behalve het hier vermeldeworden de rekrutenalmede compagniesgewijze, onderwezen in de plichten van den soldaat in garnizoensdienst op marsch en verder in alles wat van een goed soldaat gevorderd wordt. Wij zien dus dat volgens het reglement de compagnies-comman dant verantwoordelijk is voor het onderricht in al deze zakenen dat het ook compagniesgewijze moet gegeven wordenbehoudens eenige uitzonderingen die wij nu laten volgen le. Bij elk bataljon is de adjudanten onder zijn toezichtde adjudant-onderofficier belast met het onderricht der onder ff icier en en korporaalswaarvoor zij aan den bataljons-commandant verant woordelijk zijn. (Regl. op de exerc. enz. Grondslag van het on derricht, 8e alinea.) 2e. Dien onverminderd wordt het kader onderofficieren en korporaals daarin (in den velddienst) op tijdstippen door den bataljons-comman dant aangegevenzoowel practisch als theoretischdoor den luitenant adjudant afzonderlijk onderwezen. (Regl. op de exerc. enz. Compag nie-school. 115 2e alinea.) 3e. De compagnies-commandanten bij de veldbataljons werden ontheven van de verantwoordelijkheid voor het onderricht der rekruten, sedert de rekruten bij de Depotbataljons werden ingedeeld. Vergelijk de bij dispositie van den Comm. v/h Leger en Chef v/h Dep. v. Oorl. d.d. 9 Nov. 1878 gearresteerde Voorloopige instructie betreffende de de potbataljonswaarbij de taak dier bataljons o. m. wordt omschreven het vormen tot voor den dienst te velde bruikbare militairen van nieuw in het leger opgenomen elementend. z. de in Indië aange nomen rekruten en de ongeoefenden der uit Nederland aangevoerde suppletievoor zooveel het wapen der infanterie betreft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 616