609 meer belangrijke zaken te spreken, 't Is waar, men doet zulks in het belang van de uniformiteit bij het korps, doch men ondermijnt het gezag. Hoe vele kapiteins zijn er, die (met uitzondering van de admi nistratie, omdat de inrichting der boeken daartegen een beletsel is) in alles de luitenants verantwoordelijk stellen voor hunne pelotons? Doch wij zouden afdwalenwij wilden met de bovenstaaude aan halingen alleen aantoonen, dat het door ons toegedane stelsel der verantwoordelijkheid, ook geheel in den geest van hetRegl. v/d. Inw. Dienst, is. En nu de toepassing. De compagnie moet bij alle dienstenzoowel ongewapende als ge wapende, sectiesgewijze aantreden. (1) Voorziening inden dienst bij ontstentenis of afwezigheidmag alleen plaats hebben overeenkomstig het bepaalde bij Hoofdstuk III v/h. Regl. I. D. Alle oefeningen worden compagniesgewijze gehouden. De compagnieën zijn steeds met uitzondering van de uren bestemd voor algemeene diensten (waarover later) ter beschikking hunner com mandanten. De voordeelen aan dit stelsel verbonden vallen dadelijk in het oog. De officiereu en het overige kader komen steeds met dezelfde min deren in aanraking, het zijn bovendien hunne ondergeschikten waar voor zij verantwoordelijk zijn. Zij leeren die ondergeschikten in alle opzichten kennen en de belangstelling wordt geboren. Zij zien de resultaten van hun onderricht, himne leiding, in één woord, van hun arbeid. De luitenants kunnen bij voorkomeude gelegenheid, een behoorlijk gemotiveerd advies uitbrengen omtrent een hunner ondergeschikten; dit bevestigt het vertrouwendat tusschen den kapitein en zijue (1) Wij vestigen de aandacht der commissie belast met het herzien der reglemen tenop het volgende: le. Het nummeren der sectiën van den rechter naar den linker vleugel. 2e. De inrichting der wachtroosters. De tegenwoordige inrichting heeft in Indië geen reden van bestaan. Wij zouden de inschrijving sectiesgewijze wensclien, b. v. N°. 1, 5, 9, enz. behooren tot de le sectie, N°. 2, 6, 10, enz. tot de 2 sectie; N°. 3, 7, 11 enz. tot de 3e enz. enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 620