611
dat een kapitein het beneden zijne waardigheid vindt om met 40 of
50 man uit te rukken, doch indien hij verantwoordelijk is voor de
geoefendheid zijner compagnie, indien hij werkelijk uitrukt met het
doel om eene oefening te houden, zoowel voor zijne luitenants, als
voor de minderen, dan zal hij het met lust en ijver doen. Hierin
ligt niet opgesloten dat hij altijd bij de oefeningen tegenwoordig
behoeft te zijn; dat zal geheel afhangen van de geoefendheid zijner
compagnie en of hij al dan niet beschikken kan over één of meer
luitenants aan wie hij met vertrouwen, het leiden eener oefening kan
overlatenin ieder geval is zulks geheel aan zijn oordeel overgelaten.
Bovendien zijn er oefeningen, waarbij het minder groot aantal
manschappen volstrekt niet in het nadeel der oefening behoeft te zijn.
B. v. Eene goed geleide oefening in het schatten van afstanden zal
voor 20 man wellicht meer resultaten opleveren, dan wanneer er bij
die gelegenheid 120 of meer tegenwoordig waren.
Om eenige manschappen te oefenen in hunne verplichtingen als
doorzoekings-patrouille is het volstrekt geene noodzakelijkheid, dat er
eene hoofdmacht van 50 of meer man op den hoofdweg volgt. Bij
eene oefening in de compagnie-school, in hoofdzaak eene oefening
voor het kader, kan men de sectiën door lijnen vervangen enz.
Dit alles neemt niet weg, dat de compagnie steeds zoo sterk mo
gelijk moet uitrukken, niet om maar sterk te zijn, maar omdat
zooveel mogelijk allen aan de oefeningen moeten deelnemen en er
moet dan ook ten strengste voor gewaakt worden, dat niemand aan
de oefeningen wordt onttrokkenbehalve de personen bij de verschil
lende voorschriften aangegeven.
In het belang der oefeningen zouden wij in die voorschriften gaarne
eenige wijzigingen zien als
le. Even als ten behoeve der europeanen (Tarief n° 46 c. A.
zouden wij ook voor de amboineesche en inlandsche compagnieën en
de menages der onderofficieren koelie's willen toestaan, voor het grove
werk in de keukens, het tafelbedienen, het reinigen van kampemen
ten, enz. De nu voor deze diensten gebezigde inlanders zijn soldaten,
en hunne oefening moet dus op den voorgrond staan er worden
dagelijks een aantal hunner, als plaatscorveërsetendragers, tafel
bedienden, enz. aan de oefeningen onttrokken.