631
te Batoe-djadjar gehouden oefeningen leerden, dat zelfs op zeer korte
afstanden de kanonniers het stuk in draf niet konden volgen, zonder
zoodanig buiten adem te geraken, dat de bediening van den vuurmond
daaronder merkbaar leed.
Bij de invoering van het nieuwe materieel kan men dus zeggen,
dat de veld-artillerie tevens in den stap is overgegaan. Dat dit een
niet onbelangrijk nadeel is te achten zal, met het oog op het daareven
opgemerkte, niet nader behoeven te worden betoogd. Waarvoor,
vraagt men zich af, dient die met zooveel moeite verkregen groote
lichtheid van het veld materieel, wanneer zij aan de snelheid van
beweging niet ten goede komt, maar men zich integendeel met dat
materieel thans langzamer dan vroeger moet bewegen, juist op de
oogenblikken dat groote snelheid eene levensvraag kan zijn.
Wanneer men zich met stappende veld artillerie wil vergenoegen,
dan is het tegenwoordige materieel onnoodig licht; men had dan,
met behoud van hetzelfde aantal bij de batterij mede te voeren schoten
een grooter kaliber kunnen bezigen en dus veel meer uitwerking
verkrijgen; of wel, bij behoud van het kaliber van 7cm., een grooter
voorwagen kunnen nemen met meer schoten.
Laat ons hier terstond bijvoegen dat deze overgang der veld
artillerie in stap niet met opzet is bewerkt. De reden, waarom bij
de bestelling van het nieuwe materieel bepaald werd, dat zitplaatsen
voor manschappen op de affuit niet werden vereischt, was, dat men
met de gegevens die destijds, van wege de firma Krupp zelf, ter
beschikking waren gestold, niet anders kon denken dan de grens
voor het gewicht van het geheel uitgeruste stuk met voorwagen
reeds zóó nauw te hebben gesteld (1140 Kg.), dat van alle andere,
niet onvermijdelijk noodige eischen, onvoorwaardelijk moest worden
afgezienwaarbij zeker ook wel de overweging zal hebben gegolden,
dat het vervoer der bediening op voorwagen en affuit waarschijnlijk,
even als te voren, mogelijk zou blijven.
Yan de zijde van Krupp is het verklaarbaar dat hij, aan wien de
eisch van het transport van 5 man op den voorwagen niet gesteld
was, daarmede ook geen rekening hield, zoodat op de in 1880 uit
gezonden proefbatterij de bediening niet meer op de stukken en
voorwagens kon worden vervoerd. Men schijnt daarin echter destijds