633
uit en zijn sedert eenige maanden in dienst gesteld, waarmede de
stap de eenige gang der veld-artillerie is geworden.
Het voordeel van dezen toestand is, dat men bij het zoeken naar
middelen om de bedieningen der stukken in versnelde gangen te kun
ne medevoeren, niet aan reeds bestaande inrichtingen is gebonden,
maar voor een geheel open vraagstuk staat, zoodat van de verschillende
wijzen, waarop dat kan worden opgelost, de beste kan worden gekozen.
Eene nadere beschouwing van die verschillende wijzen is het doel
van het verdere gedeelte van dit opstel.
In de eerste plaats is het daartoe noodig na te gaan of de treklast
der bespanning, aannemende dat men versnelde gangen wil bezigen,
voor vermeerdering vatbaar is.
In Nederland trekt het zesspan der veldbatterijen het compleet
uitgeruste stuk met voorwagen, wegende 1960 Kg., en draagt of
trekt bij opgestegen bediening bovendien 3 stukrijders en 5 kanonniers,
die wij bewapend en uitgerust wel gemiddeld op 75 Kg. per man
kunnen stellen, totaal dus 1960 -f 8 X 75 2560 Kg. of ruim
425 Kg. per paard. Dat dit zesspan met dien last volstrekt niet
verlegen is zal ieder, die eene dergelijke veldbatterij heeft zien
manoeuvreeren, wel willen toegeven.
Het Indische zesspan trekt bij het nieuwe materieel het compleet
uitgeruste stuk met voorwagen a 975 Kg. en draagt bovendien 3 In-
landsche stukrijders, die gemiddeld op 50 Kg. zijn te stellen, zoodat
totaal wordt voortbewogen 975 3 X 50 1125 Kg. ofl87'/2
Kg. per paard. (1)
Het verschil is, zooals men ziet, zeer groot.
Zonder nu de krachten der Indische paarden te overschatten, mag
toch gerust worden beweerd dat zij wel wat meer dan de helft van
een Europeesch paard onder overigens gelijke omstandigheden zullen
kunnen voortbewegen, en zal men niet te ver gaan door aan te nemen
dat een Indisch artillerie-paard, dat op den duur den lichten last van
187 V2 Kg. in stap voortbeweegt, op de terreinen die draf of galop
toelaten gerust met een 250 Kg. kan worden belast en alsdan met
(1) Eigenlijk zoude men de vandehandsche en de bijdehandsche paarden afzon
derlijk moeten beschouwen, omdat zij niet gelijkmatig zijn belast. Voor 't gemak der
berekening* is echter overal het gemiddelde genomen.
1884, Dl. II. 40