636
Eene nadere toelichting van deze bewering zal hier misschien niet
overbodig zijn.
Ten tijde dat de veldbatterijen nog uit gladde vuurmondenka
nonnen en houwitsers, bestonden voerde men in den voorwagen slechts
twee soorten van projectielennl. kogels [bij de houwitsers granaten]
en kartetsen medeen wel in vrij aanzienlijk getal. Zoo had bijvb.
de Nederlandsche 6ponder veldbatterij 64 schoten per stuk in de
voorwagens, en kon dus geruimen tijd in het vuur staan voordat haar
voorraad van 384 schoten zoover was uitgeputdat aanvulling daar
van noodig werd. Na het gevecht of desnoods in de gevechtspauzen
was daartoe voldoende gelegenheid. Yan daar dan ook dat de cais
sons om ze niet noodeloos bloot te stellenver achter de batterij
konden bljjven. Zoo vinden wij bijvb. in den artillerie-cursus van
Yan Overstraten [uilgave 1859] voorgeschreven, dat de caissons bij
het gevecht zóó ver achter blijven, dat zij buiten het bereik van
het vijandelijk vuur staan.
Het is duidelijk dat zoolang deze regel werd gevolgd het vervoer
van bij de stukken behoorende kanonniers op de caissons eene onge
rijmdheid zoude geweest zjjn.
Thans is die toestand echter veel veranderd.
Terwijl aan de eene zijde het zeer toegenomen vermogen der artil
lerie een grooteren munitievoorraad vereischt, hebben aan de andere
zijde daarentegen het meerdere gewicht en de grootere lengte der
projectielen en de eisch van grootere snelheid van beweging dan
vroeger, gedwongen tot eene belangrijke vermindering van het aantal
schoten in den voorwagen, waarbij nog komt dat thans instede van
twee, drie soorten van projectielen worden medegevoerd. Bij stij
gende behoefte is daardoor dus de munitievoorraad in den voorwagen
verminderd.
De tegenwoordige Nederlandsche 8cm A. batterij heeft bijvb. slechts
42 schoten per stuk in de voorwagens, d. i. •- minder dan vroeger,
en in Indie is die vermindering nog veel belangrijker, daar de vroegere
voorraad van 54 schoten bij den lichten 6 Eer thans bij den 7cm
A. is verminderd tot 27, d. i. tot op de helft.
Instede dat men dus zooals vroeger den inhoud van den voorwagen
als een vrij voldoenden gevecht.svoorraad kan beschouwen, is men nu