639
nog worden gereleveerdhet nadeel nl. dat de vermeerdering der
gevechtsbatterij met 3 voertuigen het commando verzwaart. Dit na
deel moet echter niet worden overschat. Voorzeker is een batterij
van 9 voertuigen moeielijker te commandeeren dan een van 6, maar
te moeielijk is dat zeker toch niet. In vele Europeesche legers
bestaan de batterijen uit 8 stukken (Oostenrijk, Italië, Rusland) en
zijn dus nu reeds weinig korter; de Fransche batterij bestaat zelfs wel
uit 6 stukken en 6 caissons. Toch worden al deze batterijen door
één persoon gecommandeerd. Het nadeel doet zich trouwens alleen
gevoelen bij de colonne-formaties, als wanneer de batterij langer
wordt. In de bataille en batterijstellingen, op welke laatste het toch
maar hoofdzakelijk aankomt, blijft het front even als vroeger slechts
uit 6 stukkeu bestaan.
Bij onze Indische veld-artillerie bestaat, nog meer dau bij de
Europeesche, de noodzakelijkheid om de caissons (gekoppelde voor
wagens) in de onmiddelijke nabijheid der batterij te houden.
Terwijl die artillerie toch, volgens Napoleons alouden stelregel, veel
van de minder goede qualiteit onzer voor een groot deel uit Inlan
ders bestaande infanterie zal moeten goed maken en dus meer dan
de gewone hoeveelheid munitie moeten verbruiken, is haar voorraad
in dat opzicht juist bijzonder gering en heeft zij, in tegenstelling met
de Europeesche lichte veld-artillerieën, die 30 a 48 schoten in den
voorwagen meevoeren, (1) slechts 27 schoten op die wijze tot hare
beschikking, Het is voor haar dus gebiedend noodzakelijk minstens
de helft harer caissons altijd zóó nabij te hebben, dat de munitie voor
de batterij daaruit steeds rechtstreeks kan worden genomenhet
vervoer op die caissons van 2 bedieningsmanschappen per stuk kan
dan ook geen bezwaar hebben. Integendeel, als men voor die 2 man
de Nos neemt, die de munitie moeten aandragen, zal het stuk spoe-
(1) Nederland 42.
Frankrijk 30.
Duitschland 32.
Oostenrijk 40.
Engeland 40.
Italië 48.