653 generaal 4000 thaler pensioen 'sjaars, zeer wel! daarvoor is de een luitenant en de andere opperofficier geweest. Zeer billijk is het aan den laatsten zoo veel meer te geven. Wanneer nu echter beiden een been verloren hebben, moeten ze beiden een kunstbeen koopen of een wagentje zich aanschaffen, of hebben zij beiden geen armen meer, dan zullen zij beiden een be diende moeten nemen. Yoor dat gemis van een been of van twee armen nu, krijgt de generaal niets meer dan de luitenant, omdat beiden dezelfde extra uitgaven daarvoor moeten bekostigen. Bij het Fransche leger heeft men weder wat anders, dat opmer king verdient. Een militair, die daar een arm geheel mist, ontvangt grooter pensioen dan hij, wiens arm totaal verlamd is. Amputatie van een arm of been is daar alzoo een soort buiten kansje als men eenmaal de zekerheid heeft, dat b. v. de zieke arm niet meer te genezen is. Zulk eene onderscheiding is af te keuren, vermits het er weinig toe doet, of een vijandelijke kogel den arm voor altijd verlamt, dan wel zoodanig verwondt, dat amputatie volgen moet. Het criterium behoort hier te zijn, of de betrokkene al dan niet de bewuste ledematen nog gebruiken kan. Bij de Zwitsers ten slotte kan het zoogenaamd maximumwegens verwonding toegekend pensioen, nog eens verdubbeld worden, wanneer de gewonde officier zich met een goed doel willens en wetens aan een groot gevaar heeft blootgesteld. En hiermede besluiten wij onzen arbeid. X.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 664