^7" A. RIA. Nieuwe Reglementen voor de Infanterie. In n°. 10 van ons tijdschrift wordt uit Nederland, door een van ons leger aldaar gedetacheerd officier eene opgave verstrekt van de verande ringen, die de exercitie-reglementen der Infanterie ginds ondergaan hebben en de meenig te kennen gegeven, dat deze veranderingen, die tevens meestal verbeteringen zijn, ook grootendeels voor Indië aanbeveling verdienen. Hoewel wij dit gaarne volmondig beamen, zijn er evenwel enkele punten, waarin wij met den geachten schrijver zeer in zienswijze verschillen, en daar het wellicht zijn nut kan hebben, een „Ideën-austausch" hieromtrent uit te lokken, willen wij trachten zeer in 't kort de reden daarvan op te geven. De veranderingen in de rekrutenschool zijn voorzeker zeer rationeel, evenwel zijn er op de mededeelingen afgaande nog tal van belangrijke, verbetering behoevende punten, zoo niet over het hoofd gezien, dan toch achterwege gelaten. Zoo missen wij b. v. b. al dadelijk het knielen met en het overnemen van het geweer uit de positie van velt geweerbewegingen, die zich in de practijk schier elk oogenblik voordoen en hoewel niet officieel voorgeschreven, bij den troep dikwijls genoeg worden uitgevoerd. Ook wil het vervangen van het commandoom te vuren knielen door knielen enlaadtons, met het oog op de exercitiën in de compagnies- en bataljons-school, waar dit de handeling bespoedigende commando toch zeker niet gemist kan worden, geene verbetering toeschijnen. Verder zouden wij het gelederen vuur willen behouden, daar dit ons nog maar altijd een veel betere waarborg lijkt, om het vuur bij den in H vuur zijnden troep in de hand te houden, dan eene opgave der bij het snelvuur te verschieten patronen, iets dat in de werkelijkheid veelal een chimère zal blijken te zijn. Wat de richting der compagnieën op het midden betreft, zoo zijn wij geneigd te gelooven, dat de richting pelotonsgewijs en niet gecontroleerd door den divisie-commandant, aanleiding zal geven tot het niet gericht zijn der gelieele compagnie, daar het in de practijk uiterst moeilijk is, om in het gelid staande eene richting ten opzichte eener andere te beoordeelen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 667