63
In eerie gesloten manege gaat het paard niet licht door, aange
zien het dadelijk ziet dat het geheel ingesloten en in bedwang is.
Wel staat te Salatiga op „de Bult" eene met een dunnen bamboe-
pagger omheinde ruimte in den vorm van een rechthoekde om
heining is echter zóó dun, dat wij gezien hebben dat een paard er
doorheen sprong met hoofd en voorbeenen en toen bleef steken
voor ruiter en paard een gevaar te meer, kunnende zij zich aan
de bamboe zeer licht verwonden. Men kan op grooten afstand zien,
wie zich iu de manege bevindthet terrein daarbinnen is niet gewater
past, zoodat aan eene zijde bijna altijd water of modder staat, de
hoefslag is voor het overige glad en verder is de binnenruimte
even nat en glad als de geheele „Bult".
Wij hebben er wel eens in gereden dat ons paard steeds met het
hoofd buitenwaarts gesteld en de ooren gespitst over den hoefslag-
liep, gedurig naar binnen uitweek en schrikte voor alles wat het
door den pagger heen kon zien.
Daarenboven staat de pagger loodrecht in plaats van onder eene
helling, en rijdt men er gemakkelijk met de voeten en beugels tegen
aan. In eeue gesloten manege kan dit ook wel gebeuren, doch dan
strijkt de voet langs de gelijke planken, terwijl hier bij de minste
aanraking de oneffenheid van den bamboe-pagger den voet doet
omdraaien.
Dat deze surrogaat-manege dus niet beantwoordt aan het doel is
duidelijk en ook dat er zoo goed als geen gebruik van gemaakt
wordt. Behalve dit vereischt die manege aanhoudend reparatie.
Zulk een prullig hulpmiddel is slechter dan niets, en het heeft de
ambitie in het rijden dan ook niet opgewekt.
Vhn ambitie gesproken, niet alleen dat er nooit iets gedaan is om
die op te wekken, zij is zelfs wel eens tegengewerkt geworden.
Onder anderen vroeg een luitenant der Cavalerie, eenige jaren ge
leden, om gedetacheerd te mogen worden aan de rijschool te Venlo,
ten einde daar even als de officieren der regimenten huzaren, een rijcur-
sus van 18 maanden te volgen. De regiments-commandant weigerde
hierop een gunstig advies uit te brengen omdat, ja 't is bijna onge-
loofelijk, omdat, volgens ZHEG., die officier, als hij van de rijschool
terugkwam, in het rijden eene specialiteit zoude zijn, en ons wapen