71 De levensverzekering-maatschappij is de Staatde contributie wordt betaald in gepraesteerden dienstde lijfrente het pensioen gaat in op het oogenblik dat de officier den dienst verlaat. De eenige gezonde basiswaarop de verhouding der voor de verschillende rangen vast te stellen pensioenen mag berustenis m. i „bewezen dienst" en laat men nu een oogenblik bet gewicht der bewezen diensten bij het bepalen der pensioensbedragen buiten reke ning wat toch zeker wel ten nadeele der pensioenen van de hoofd en opperofficieren zal zijn het aantal jaren, dat dienst bewezen (contributie betaald) wordt, zal toch zeker wel altijd als hoofdfactor in rekening mogen worden gebrachten naar verhouding van dat meerder aantal dienstjaren alleen reeds, in verband ook met bet geringer aantal jaren, dat dientengevolge pensioen wordt genoten, kan aangetoond wordendat de pensioenen der hoofd- en opperof ficieren betrekkelijk lager zijn dan die der kapiteins. Voor de berekening aannemende, dat 20 jaren een normale leeftijd iswaarop men 2e luitenant wordtdat het verder normaal is4 jaar tweede, 8 jaar eerste luitenant, 9 jaar kapitein, 4 jaar majoor, 3 jaar luitenant-kolonel, 3 jaar kolonel, 4 jaar generaal-majoor en 4 jaar luitenmt-generaal te blijven (1), dan kan de onjuiste verhou ding der bestaande pensioenen voor de verschillende rangen, in ver band tot het aantal jaren dat dienst gepraesteerd is, bet duidelijkste op de volgende wijze uitkomen. Laat eerst dezelfde persoon dadelijk na 20 jaren gediend te hebben als kapitein pensioen nemen en daarna achtereenvolgens in eiken rang pensioen nemen op het oogenblik, dat hij op het punt (1) Volgens den laatsten Regeerings-Almanak is de tegenwoordige Commandant van het Indisch Leger 42/12 jaar generaal-majoor, de jongste generaal-majoor 32/I2 jaar kolonel, de jongste kolonel der infanterie 210/n jaar luitenant kolo nel, de jongste luitenant kolonel der infanterie 45/12 jaar majoor, de jongste majoor der infanterie 86/12 jaar kapitein, de jongste kapitein der infanterie 84/n jaar eerste luitenant, en de jongste eerste luitenant der infanterie 4 3/la jaar tweede luitenant geweest, welke cijfers in de toekomst eer na- dan voordeeliger zullen wordenen dus zonder bezwaar tot uitgangspunt dezer berekening mochten genomen worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 82