98 Den 5™ Januari werd het ultimatum aan Toekoe Imam Moeda door Potjoet Mohamad overhandigd. Yóór zijn vertrek beloofde deze den volgenden morgen ten 6 uur met het antwoord terug te zullen zijnhet hijschen van eene geele vlag aan boord van de Arend zou zijn terugkeer melden. Omtrent de gesteldheid van het binnenland en de aangelegde ver sterkingen werden ook thans nog van den assistent-resident Yan Langen eenige nuttige inlichtingen verkregen zij waren afkomstig van zekeren Mohamad Amin, door hem eenige dagen te voren met een brief naar Toekoe Imam Moeda gezonden, en behelsden Op het strand aan den linkeroever van de Tenom-rivier waren loopgraven aangelegd en twee kanonnen in batterij gebracht. In het aroe-bosch op den rechter oever had men drie wegen gekapt, waarvan er één naar een moeras voerde men was voornemens ons daar van alle zijden aan te vallen. Yóór en achter de Gedei waren loopgraven aangelegd. De weg van de Gedei naar Padang Kring voerde door eene mod derige kreek, de Aloer Ambang of Rambeh, waar men tot de knieën inzakte. De woning van Toekoe Imam Moeda was slechts langs een smal, in het moeras opgehoogd, voetpad te bereikenrondom het huis was bosch, waarin rotan groeide. Het huis was omgeven door eene om heining; vóór den ingang daarvan stonden 6, aan de van de rivier afgekeerde zijde 4, aan de rivierzijde geene en aan de overblijvende zijde 2 kanonnen of lilla's opgesteld. De afstand van het strand tot de Gedei bedroeg 5 a 600 M., van daar tot Padang Kring 2| a 3 paal, en van laatstgenoemde plaats tot Simpan Olim paal. Door deze mededeelingen ontvingen de reeds vroeger ingewonnen berichten nopens de gesteldheid van het binnenland en de te door- loopen afstanden wel is waar slechts eene geringe uitbreiding, desniet temin waren zij van veel nut ter beoordeeling van den weerstand, dien men voornemens was onzen troepen te bieden. Met het oog op het aan den vorst van Tenom gestelde ultimatum, kwamen de expeditie- en stations-commandant overeen de vijandelijk heden den 6en niet aan te vangen vóór de terugkomst van Potjoet Mohamad, en zoo hij den 6en niet vóór 7 uur 's morgens terug was,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 104