5 door de versperringen heen te werken en zoo doende te trachten de gemeenschap met de colonne te herstellen en deze al dadelijk \an rijst te voorzien, waaraan wellicht dan reeds behoefte zoude zijn. Voorts werd bepaald, dat het stooinscheepje „Boni aanvankelijk op de Birum-rivier op brandwacht zou liggen, om bij een noodzake lijken terugtocht van de troepen, deze te kunnen opnemen, terwijl de commandant van de „Boni", zoodra hem daarentegen het welslagen van de onderneming der colonne zoude worden gerapporteerd, ten spoedigste zijn station van de Birum - naar de Langsar-rivier zou verleggen, als de versperringen en ondiepten in laatstgenoemde li vier hem daarin geen beletsel zouden zijn. Den 10Jen Mei stoomden de troepen daarop de 10 M. breede, sterk kronkelende Birum-rivier binnen. Bedoelde kronkelingen waren al dadelijk oorzaak, dat de „Boni niet zoo kort kunnende wenden, herhaaldelijk in de, over de rivier oevers uitstekende, boomtakken verward geraakte, terwijl, tot overmaat van ramp, de gids, die zelf niet allerbest den weg wist, tot tweemaal toe eene nevenrivier deed instoomen, van waaruit wij met niet weinig moeite weder naar de hoofdrivier dienden terug te keeren. Toen, na al dit wedervaren, daarop de Perlaksche Hoofden met den meesten nadruk, den majoor Meijer aanrieden, eene andere neven rivier in te gaan, die naar Birum-P ontong leidde en genoemd hoofd officier, na eene verkenning dezer nevenrivier, argwaan begon te voeden, dat wellicht achter de Perlaksche raadgeving een adder school, maakte hij zich voorshands geheel van de wenken der Per laksche gezanten los, om, faute de mieux, zijn vertrouwen verder uitsluitend aan den gids te schenken, die zich er borg voor stelde, de Boni te zullen brengen nabij Birum-besaar, waar de troepen wel zouden kunnen ontschepen. Ten 8 uur 's namiddags had eindelijk, naar zijn beweren, de gids bedoeld punt bereikt en kwam de Boni, met zijnen nasleep van sloepen, aldaar ten anker, zooals later bleek enkele uren gaans ver wijderd van het zooeven genoemde Birum-besaar. De majoor Meijer besloot daarop dienzelfden namiddag te landeD, ten einde nog vóór het vallen van den avond, een bivak te betrek ken aan gene zijde van het baccohout, dat ook hier weder aan beide

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 11