121
Artikel 7 der Indische Regeling is mede, naar het ons'voorkomt,
niet duidelijk genoeg geredigeerd.
Dit artikel luidt, met weglating van den laatsten volzin, aldus:
„De officierendie vóór hunne aankomst in Nederlandsch-Indië,
„of gedurende hunne afwezigheid met verlof uit die gewesten:
1°. diensten verrichten, die bepaaldelijk aan den rang van officier
„verbonden zijn en die in Nederland geen invloed uitoefenen op den
„ouderdom in rang;
2°. „burgerlijke diensten verrichten, door of van wege den Koning
„aan hen opgedragen, ten behoeve der koloniën en bezittingen van
„het rijk in andere werelddeelen
3°. „bestemd worden tot het waarnemen van eenige speciale dienst
betrekking bij de landmacht in Nederlandsch-Indiëof tot het be
oefenen van wetenschappelijke vakken ten nutte van den algemee-
„nen dienst in die gewesten;
„worden, mits hun vertrek naar Nederlandsch-Indië daardoor ten
„minste gedurende zes maanden is vertraagd geworden, met betrek
king tot artikel 6, beschouwd, zooveel vroeger dan het tijdstip hunner
„aankomst in Nederlandsch-Indië, in die gewesten aanwezig te zijn
„geweest, als de tijd bedraagt, gedurende welken hun vertrek der
waarts is vertraagd geworden."
Bij voorbeeld.
Een officier der artillerie verlaat na zijne benoeming tot 2den lui
tenant, de Koninklijke Militaire Academie en werkt daarna den cursus
door aan de I6 Afdeelirg der Krijgsschool. Nadat die 2° luitenant,
stel: zes maanden bij zijne familie heeft doorgebracht in afwachting
van scheepsgelegenheid, wordt hem de vraag gedaan (of wordt hem
gelast) of hij lust heeft in eene detacheering bij de Pyrotechnie te
Delft-
Naar aanleidiüg dezer vraag of lastgeving blijft dezelfde officier nog
2 jaar in Nederland enworden zijne tijdgenooten
die minder veel dan hij beloofdenin Indië tot len luitenant bevor
derd, terwijl hijomdat liij nog niet in Indië aangekomen is, in ieder
geval voorshands 2de luitenant blijft.
Later evenwel, nadat hij in Indië is aangekomen, en let wel: er
eene vacature in den len luitenantsrang zal zijn ontstaan, wordt hij