122 tot den hoogeren rang bevorderd, en. hem een ancienniteitsdatum te gelijker tijd gegeven, die van het iverkelijke tijdstip van bevordering zooveel terug telt, als de tijd bedraagt, gedurende welken zijn vertrek naar Iudië is vertraagd geworden. Die vertraging mag o. i. echter slechts gelden den tijd in's lands dienst te Delft doorgebracht, niet derhalve de zes maanden bij fami lieleden gesleten, toen er van eene detacheering te Delft nog geene sprake was. De veelbelovende officier, die uitgekozen werd om zijne studiën te Delft voort te zetten, derft dus niet alleen het voordeel, om te gelijk met de minder veelbelovende 2e luitenants van zijn studiejaar te gelijk tot len luitenant bevorderd te worden, maar komt bovendien, zoo hij in Nederland dienstinterruptie gehad heeft, na aankomst in Indië, in de ranglijst te staan onder hen, die te voren achter hem plaats namen. Men heeft in Indië terecht nimmer zulk eene onbillijkheid willen begaan en den betrokken officier na aankomst aldaar en na bevordering tot len luitenant zijne plaats hergeven, die hij aanvankelijk had, o. a. den later als majoor gepensionneerden 2en luitenant der artillerie Arntzenius, naar wij meenen. De letter van de wet schrijft nochtans voor anders te handelen, terwijl, hoe mild en billijk artikel 7 ook toegepast worde in het hergeven der verloren anciënniteit, in ieder geval dat artikel de mogelijkheid buitensluit, om den te Delft verbleven 2den luitenant te gelijk met zijne vroeger dan hij naar Indië vertrokken tijdgenooten tot lon Luitenant te bevorderen. Zoo die officier gehuwd ware, zou dus bij overlijden, zijne detacheering te Delft tevens oorzaak zijn, dat aan zijne vrouw een minder groot pensioensbedrag moest worden uitgekeerd. Het hergeven van de verloren anciënniteit wordt hoogst waar schijnlijk gegrond op den laatsten volzin van artikel 7. Daarin toch wordt gelezen„indien uit het vorenstaande volgt, „dat officieren gerekend moeten worden, in Nederlandsch-Indië aan wezig te zijn geweest, op een tijdstip, waarop zij, bij toepassing van „het eerste lid van artikel 5, in eene reeds plaats gehad hebbende „bevordering begrepen hadden kunnen worden, worden zij bij de eerst-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 128