6
zijden der Birum-rivier werd aangetroffen, en het gevolg daarvan
was, dat, een half uur later, de le en 3e compagnie, (de 2e compag
nie bleef ter bescherming van de Boni aanvankelijk achter) in het
baccohout stonden opgesteld, om voorwaarts te gaan.
Het bleek al ras, dat in zoodanig terrein bezwaarlijk van eene
tactische indeeling van troepen kon sprake zijn, vermits het voort-
marclieeren bestond in het voorwaarts springen van den eenen hout
knoest op den anderen, te gelijk met de hand, die het geweer vrij liet,
het hout vastgrijpende, om niet tusschen twee knoesten in, in den
modder weg te zinken.
Yoor onze meerdere veiligheid en tevens ten gemakke van den
soldaat, bewogen zich de gedebarkeerde troepen over een breed front,
waardoor de beide compagnieën dicht bij elkander konden blijven.
Ieder man was voorzien van 60 patronen en een reserve-ration van
2 scheepsbeschuiten.
Nadat de troepen zich aldus een 200 tal M. hadden voortbewogen,
klonk hun eensklaps een geschreeuw in de ooren van een 10 tal
vlug naderende Atjehers, die met doeken boven de hoofden wuivende,
blijkbaar gaarne wilden beduiden, dat zij geen vijanden waren.
Yan deze Langsareezen kwam men weldra te weten
dat er twee partijen in Langsar waren, van welke de eene, die
van den Vorst, liever niet met de Hollanders wilde strijden, doch
de andere partij, die van zijn broeder, wel wilde vechten
dat daardoor ook in de eerste kampong, welke de troepen spoedig
zouden bereikt hebben, hun kampong, Birum-besaar geheeten, twee
gelijke partijen bestonden, waarvan zij tot de le partij behoorden,
terwijl de andere partij, ten getale van 70 a 80 man, gereed stond,
om ons met den klewang aan te vallen, zoodra wij uit het baccohout
zouden déboucheeren en eindelijk
dat het ellendige terrein, waar wij op dat oogenblik stonden, onge
veer twee uur eischte, om er door heen te komen.
De majoor Meijer, thans onderricht, dat de troepen niet vóór het
vallen van den avond uit het bosch zouden geraken en dat de ellende
kwalijk was te overzien, wanneer de beide compagnieën door het
wassende water zich voor dien nacht in de brooze takken zouden
moeten begeven, gaf daarop last, naar de Boni terug te keeren, om