132
in artikel 111 van hetzelfde reglement. (2)
c. wegens overtreding der verordeningen tot handhaving van het
eigendomsrecht van den Staat op de gouvernementsarchieven in de
koloniën en bezittingen van het rijk in andere werelddeelen en
d. wegens het aangaan van schulden, in haren oorsprong heneden
de waardigheid van den rang van officier, of wegens het aanhoudend
maken van schulden, ten gevolge van verkwisting of andere vrij
willige handelingen.
Dat nu in de wetten op het ontslag der officieren van Land- en
Zeemacht in Nederland geen sprake is van de hiervoren, onder de
punten a, b en c opgenoemde gevallen, is wel te verklaren, niet echter,
waarom het schuldenmaken den Indischen officier zooveel te zwaarder
wordt aangerekend.
Beschouwen wij thans de wijze van bij eenroeping der Raden van
onderzoek, die bij de Marine uit vijf, en bij de Landmacht in Nederland
en in Indië uit zeven leden bestaan.
De officier van het Indisch leger, tot en met den rang van ko
lonel, komt, zoo hij zich met verlof in Nederland bevindt, in de
gevallen vermeld in de 2, 3, 7, 8, 9 en 10 van artikel 30 der Indische
Regeling, voor een Raad van onderzoek, uit officieren samengesteld
van het Nederlandsche leger.
Tegen die bepaling hebben wij niet weinig bezwaar. Yooreerst
sorteert onder de zooeven genoemde gevallen het misbruik maken
van gezag en voorts, verregaande nalatigheid in het vervullen der
opgelegde plichten, waaromtrent een officier van het Nederlandsche
leger, die nimmer in Indië gediend heeft, niet altijd juist kan oordeelen.
Maar bovendien is de aanwezigheid van tal van verlofgangers in
Nederland reeds voldoende, om het stootende weg te nemen, dat een
officier van het Indische leger voor eene vierschaar van Nederlandsche
officieren te recht staat.
Waarom mag wel door een officier van het Nederlandsche leger,
ten aanzien van den Indischen officier worden beslist, dat deze wegens
(2) Art. 111. Vereenigingen en vergaderingen van staatkundigen aard, of waar
door de openbare orde wordt bedreigdzijn in Nederlandsch-Indië verboden. Tegen
de overtreding van dit verbod worden zoodanige maatregelen genomen, als de om
standigheden vorderen.