134
leger zoo noodig liet banvonnis uit te spreken, bestaat nog het be
zwaar, dat de in Nederland bijeen te roepen Raad van onderzoek
zijn uitspraak ongeveer 3 maanden lang dient uit te stellen, wanneer
de uit Indië toegezonden, schriftelijke informatiën nadere opheldering
noodig maken.
Alle bezwaren tegen de hier besproken wijze van bijeenroepiug
van den Raad samenvattende, zoude, ons bedenkens, te dier zake het
navolgende kunnen worden bepaald:
a. officieren van het Indisch leger, die zich met verlof in Europa
bevinden of bij het leger in Nederland tijdelijk dienst verrichten,
komen in de gevallen bij de Regeling nader bepaald, te 's Hage
voor eenen Raad van onderzoek, bij voorkeur samengesteld uit
officieren van hun eigen leger. Gepensionneerde officieren van het
Indisch leger mogen nochtans geene zitting in zoodanigen Raad nemen.
b. officieren van het Nederlandsche leger, tijdelijk dienst bij het
Indisch leger verrichtende, komen in de gevallen, nader bij de Wet
bepaald, te Batavia voor den Raad van onderzoek, bij voorkeur
samengesteld uit de op Java garnizoen houdende, gedetacheerde
officieren van het Nederlandsche leger.
De gecursiveerde woorden sub a en b: bij voorkeursluiten
alsdan van zeiven in, dat bij ontstentenis van de noodige officieren
van het eigen leger, die van het andere leger zitting dienen te nemen.
Alvorens van dit onderwerp af te stappen, zj hier medegedeeld,
hoe de Marine-officieren in 's Rijks overzees che bezittingen of buiten
gaats, in het hier bedoelde geval te werk gaan.
Artikel 26 hunner Wet schrijft dienaangaande voor: wanneer de
„officier is dienende bij eene vloot of afdeeling der zeemacht, die
„buitengaats of in 's Rijks overzeesche bezittingen verblijf houdt,
en het voldoend getal officieren tot de samenstelling van den Baad,
overeenkomstig de bepalingen dezer loet (wij cursiveerenaldaar niet
kan vereenigd worden, bepaalt de Minister dat er een voorloopig
„nauwkeurig onderzoek der zaak door drie, door den Bevelhebber der
„vloot of afdeeling daartoe te benoemen officieren, ouder in rang dan
„de beschuldigde, worde ingesteld, na afloop waarvan de officier naar
„Nederland wordt opgezonden. De Bevelhebber zendt de stukken,
„tot dit onderzoek betrekkelijk, op aan den Minister van Marine,