STUDIËN OYER ALGERIË
I
X. in het Indisch Militair Tijdschrift over het Opstel
van „Een belasting betalend patriot'1.
X. in het Indisch Militair Tijdschrift N°. 11. van dit jaar heeft
het bovengenoemd geschrift tot onderwerp zijner beschouwingen ge
nomen. Hoofdzakelijk met betrekking tot hetgeen door den schrijver
is gezegd omtrent Algérië.
Wel wijdt hij eenige woorden aan de legeruitbreiding en het
eenhoofdig bestuur te Atjeh, maar hetgeen hij daaromtrent, en ook
omtrent het vasthouden van het eenmaal veroverde land te Atjeh
zegt, is zeer onbepaald, en bovendien elders zoo afdoende besproken
dat ik het onnoodig acht er hier anders dan met een paar woorden
melding van te maken. Alleen opper ik de vraag, of het eenhoof
dig militair gezag te Atjeh, ook moet leiden 't heeft helaas maar
al te veel plaats gehad tot het zich onttrekken van den Militairen
en Civielen Gouverneur te Atjeh aan het gezag van zijn natuurlijken
en aangewezen Chef, den Legercommandant. Gebeurt dit, en
wordt, ook over militaire aangelegenheden, met voorbijgang van hem,
die door de militaire hiërarchie wordt aangewezenrechtstreeks
gecorrespondeerd met een hooger geplaatste macht, dan wordt niet
alleen de krijgstucht ondermijnd, maar beteekent bovendien de ver
andering van bestuur te Atjeh veel minder dan wordt aangenomen.
Waarom? Het antwoord wordt aan den lezer overgelaten. Hier
is het voldoende aan te teekenen, dat, hadden opvolgende bevelheb
bers te Atjeh zich, gesteund zooals zij werden door de hoogste Civiele
autoriteit, tegenover het legerbestuur op een minder onafhankelijk
standpunt gesteld, zeer zeker niet zou zijn overgegaan tot het ver-
