157 op den 30sten Mei, Maskara (96 K. M. ten Z. 0. van Oran) terwijl daags te voren M'silah, in liet aan de provincie Algiers grenzende gedeelte van Constantine, door den generaal Négrier werd bezet. Eenige maanden later op den 29ston September moest alweder ge proviandeerd worden. Milianah door Baraguay-d'Illiers op den 27sten September en 12™ October, Médéah door Changarnier op den 9™ en 30sten October en Maskara door Bugeaud en Lamoricière op den 8st™ Oc tober. De beide laatsten vernielden tevens Saida (80 K. M. ten Z. van Maskara) welk lot op 9 Februari ook Sebdou (165 K. M. Z. Z. W. van Oran) ten deel viel, terwijl Tlemcen (130 K. M. Z. Z. "VV. van Oran) op den 15™ daaraanvolgende door den generaal Be- deau werd bezet. Omstreeks het midden van 1842 hadden de Franschen bijna de geheele provincie Oran en een groot deel der provincie Algiers ver- meesterd. Echter niet onderworpen. En in het gebergte langs de kust moest nog verricht worden, wat in de meer vlakke streken was gedaan. (1) De eerste belangrijke onderneming was daar gericht, tegen eene landstreek, westelijk van Algiers, en zuidwaarts van eene kustlinie, zich uitstrekkende van Cherchell (in 1840 door Yallée genomen, en 90 K. M. ten W. van Algiers) tot Tenès (80 K. M. ten "VV. van Cherchell). Dit berggewest wordt doorsneden door de Chéliff, die van Milianah tot aan hare monding ten oosten van Mostaganem, in westelijke richting eu ongeveer evenwijdig met de kust loopt. Op den linker oever dezer rivier, in het zuidwesten, gedeeltelijk begrensd door de Mina, ligt het Ouareusenis en op den rechter oever het Dahra-gebergte. De expeditie begon met operatiën onder Bu geaud en Changarnier in de streek tusschen de Isser en Cherchell in Mei en Juni 1842, en werd voortgezet (gelijktijdig met krijgsverrich tingen in Oostelijk-Kabylië waarbij de kolonel Le Blond sneuvelde) (1) Ik las eenigen tijd geleden dat de Engelschen, verbitterd over het wegnemen van een schip hunner natie door zeeroovers, aan de Franschen verklaarden, dat Engeland zelf maatregelen zou nemen, indien de Franschen niet in staat waren de vreemde vlaggen op de kust te beschermen en dat het nemen van Budschia daarvan het gevolg was. "Wanneer? Dit wordt niet opgegeven, maar't was vóór't bestuur van Bugeaud. Met het oog op de Nisero-quaestie is het niet onbelangrijk van die geschiedenis meer te weten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 163