162
francs aan geld (1) en 100,000 menschenlevens, van welke laatsten
slechts 3400 op 't slagveld verloren gingen, aan Algiers besteed waren.
Weet men niet dat Bugeaud in zijne eerste proclamatie aan de
inwoners van Algiers verklaarde, dat hij altijd getracht had, zijn
vaderland terug te houden van de gewaagde onderneming om geheel
Algiers te veroveren, omdat hij meende dat daartoe een talrijk leger
en groote offers zouden noodig zijn, en dat gedurende den langen
tijd welke de verovering zoude kosten, haar [zijn J buitenlandsche
staatkunde in moeielijkheden kon geraken, en haar binnenlandsche
welvaart er onder lijden zou, maar dat zijne stem niet machtig genoeg
was geweest, om de beweging tegen te houden Met één woord, dat
hij was geweken voor de publieke opinie. God geve, dat bij het
Hederlandsch-Indisch leger het militair beleid en het militair doorzicht,
niet worden op den achtergrond gesteld voor het militair instinct. Het
laatste is geen te verwerpen eigenschap, wanneer het maar niet den
boventoon voert.
Het zal X. wellicht verwonderen, dat ik zoo weinig dweep met de
Godin [de verovering van Algérië] die is gevierd met hosanna's,
wierookdampen, en lofzangen ter eere harer trouwe priesters.
De oorzaak behoeft niet ver te worden gezocht. Mijn ontzag voor
de priesters dier Godin is zeer verminderd, sedert ik o. v. m. gelezen
heb, dat reeds in 1836 de Turken en Koulouglis van de Mechouar, die
Tlemcen sedert jaren voor Frankrijk verdedigd en bewaard hadden,
beloond werden door het opleggen eener zware contributie, waarvan
de inning werd opgedragen aan den commandant Jusuf en den Israëliet
Lasri, die de ongelukkigen met stokslagen noodzaakten, de laatste
sieraden hunner vrouwen, het eenige dat hun overbleef najaren van
insluiting, af te geven, om daarna overstelpt met hoon, de veste die
zij voor de Franschen behouden hadden, te verlaten. (2)
Sedert ik heb gelezenhoe die Jusuf, later een der gevierde ge
neraals van het Fransche leger, door den generaal Clause! benoemd
tot Beij van Constantine zonder toelagein overeenstemming met
den onvermijdelijken Lasri, zijn geldschieter of associé, razzia's orga-
(1) Eene berekening' die, zooals ik in een volgend opstel zal aantoonen, veel te
laag is.
(2) Mercier, bladz: 30. Maurice Wahl bladz. 119.