10
troepen te weerstaan, welke versterking niet gemakkelijk zoude te
bemachtigen zijn, omdat aan deze zijde een riviertje lag.
Om den goeden weg naar Langsar te vinden, werd intusschen aan
de troepen een paar gidsen verstrekt, vader en zoon, de eerste een
verslaafde amfioenschuiver, die ter wille van 4 Spaansche matten
gaarne zijne landgenooten verried.
Voor den marsch op den 13clen Mei werden de navolgende be
velen gegeven
de compagnie Hardeman formeert de voorhoede, de compagnie
De Vogel (en een peloton der compagnie Vink, onder luitenant
Magnin, als dekking van de Coehoornmortieren) de hoofdtroep,
de beide overige pelotons der le compagnie, onder commando
van den kapitein Vink, vormen de achterhoede.
De mineurs zijn bij den voortroep.
De bataljons-commandant houdt zich bij den hoofdtroep op, terwijl
de luitenants-adjudanten De Bruijn en Ilgen respectievelijk aan de
commandanten van de voor- en achterhoede worden toegevoegd.
Ten aanzien der onderling te houden afstanden wordt bepaald, dat
de onderscheidene troependeelen gedurig voeling moeten onderhouden.
De marsch begint bij het aanbreken van den dag; ieder man zorgt
er voor, dat de veldflesch gevuld zij.
Beschrijven wij, om de gebeurtenissen van den 13den Mei goed
uit elkander te houden, thans het allereerst het wedervaren van de
compagnie Hardeman, die, zooals reeds hiervoren gezegd werd, dien
dag de voorhoede had.
Omstreeks 6 uur des morgens afgemarcheerd, kwam de voortroep,
gecommandeerd door den luitenant Van der Paardt, reeds spoedig in
een terrein, dat slechts toeliet op één gelid achter elkander te
marcheeren.
Aan weerszijden boschachtig, werd een smal pad betreden, waar
over van afstand tot afstand boomstammen waren geworpen, terwijl
enkele malen het pad te loor ging in een pepertuin, vau waaruit men
ten slotte weder op een ander smal voetpad kwam.
Gedurende de vier eerste uren werd geen enkele vijand ontdekt.
Omstreeks 10 uur evenwel bleek de voorhoede de versterking nabij