174
Het vertrek derwaarts werd ecliter opgeschort, daar Napoleon,
van Elba ontsnapt, zich in Maart 1815 andermaal van het ge
zag in Frankrijk had meester gemaakt. Ter oorzake van deze
gewigtige aangelegenheid, werd Cochius gelast, zich te voegen
bij het leger te velde, dat in België zamentrok. Aldus woon
de hij, met de zoogenaamde „Indische Brigade", den slag van
Quatre-Bras bij, en ten deele ook dien van "Waterloo. Later nam
hij ook deel aan het insluiten en bemagtigen van Quenoix en
het berennen van Yalenciennes. Na deze kortstondige veldtogt,
werd geheel de tot de Indische Brigade behoorende krijgsmacht te
ruggeroepen, terwijl intusschen alle maatregelen en beschikkingen
genomen waren, om de, als „Eerste Expeditie", voor Oost-Indië be
stemde troepen te doen inschepen en vertrekken. Aan Cochius
werd daartoe aangewezen het linieschip Amsterdamdat den 29steu
October 1815 van de reede van Texel uitzeilde en, na op de reis
naar Java, verschillende plaatsen, als St.-Jago, Madera, Bahia en
Kaap de Goede Hoop aangedaan te hebben, den 13den Mei 1816
aankwam, nadat het schip van de Kaap af, tot aan de eilanden St.-
Paulus en Amsterdam, zware stormen doorgestaan en, wegens ge
brekkige landverkenning in straat Sunda, gevaar van stranden geloo-
pen had. Gelukkig dat eene windstilte tot ankeren verpligtte, toen
het doorzeilen noodlottige gevolgen gehad zou hebben!
Na de overgave, door de Engelschen op 19 Augustus 1816, van
de kolonie, werd Cochius belast met de dienst van Eerstaanwezend
Ingenieur in de gevormde lste Groote Militaire Afdeeling, ter stand
plaats Weltevreden. Tegen het einde van genoemd jaar, werd hem
opgedragen eene zending naar Indramahioe, om aldaar, in overleg
met den Resident der Preanger-Regentschappen, den Resident en den
Militairen Kommandant van Cheribon, de noodige maatregelen te be
ramen tot het dempen van den opstand, die op de oostelijke grens
van de residentie Krawang uitgebroken was. Hij bragt het zijne
toe, om Lobener te bemagtigen, een dorp 2 uur gaans bezuiden In
dramahioe gelegen aan de Tjimanok-rivier, waarna de rust weldra
hersteld werd.
Den 24sten Augustus 1817 bevorderd tot Majoor, werd hem in
1819, wegens ziekte van den Kolonel Schultze, opgedragen de
O O 7