192 Automatische mitrailleuses en geweren. Te Londen worden door een Amerikaansch uitvinder, de lieer M. H. S. Maxim proeven genomen met nieuwe wapenen, wier constructie berust op het gebruik maken van den terugstoot tot het automatisch in werking brengen van het mecanisme, dienende tot laden en aftrekken. De mitrailleuse, stelsel Maxim, bestaat uit één geweerloop, kaliber llmm, 4 gemonteerd op een drievoethet geheel weegt hoogstens 57 kg.de hoogte van den loop boven den grond is 0,9 en de lengte met inbegrip van het sluittoestel l,m446. De patronen zijn bevestigd op sterke linnen reepen ter lengte van G meter, ongeveer op de wijze zooals bij de patroongordels der jagers; el ke reep bevat 333 patronen. Wanneer men het vuur wil openen, brengt men het uiteinde eener dergelijke reep van ter zijde in het sluitstuk; zoodra de eerste patroon is afgeschoten, brengt de terugstoot, die den loop 19mm. achterwaarts dringt, een mecanisme in werking, dat de ledige huls wegwerpt, de reep doet opschuiven, een nieuwe patroon in de ka mer brengt en het schot doet afgaan door een druk op de slagpin. Het vuur kan op deze wijze zonder ophouden worden voortgezet. Wanneer eene reep bijna verbruikt is, bevestigt men eene andere aan haar uiteinde. Een hefboom met wijzer regelt de snelheid van het vuur, die tot 10 schoten in de seconde kan worden opgevoerd. Een hydraulisch toestel belet het te warm worden van den loop bij snelvuur. Aan den loop kan horizontaal en vertikaal de noodige beweging worden gegevendoor mid del van schroeven; desverkiezende kan hij ook met de hand worden gericht. Bij eene andere mitrailleuse van hetzelfde stelsel is de linnen reep met patronen, vervangen door een messingen cylinder met 96 patronen gevuld, die door het recuul wordt bewogen en zijne patronen een voor een in de kamer brengt. De heer Maxim heeft zijne uitvinding eveneens toegepast op gewone geweren. Hij heeft een Winchester- geweer zoodanig gewijzigd, dat het geheele mecanisme door het recuul wordt gedreven; de schutter heeft slechts aan den trekker te trekken. Ook een Martini-Henry geweer is door hem zoodanig gewijzigd, dat het recuul de ledige huls uitwerpt en de trek- kerveer spant; de beweging van het inbrengen der patroon is tevens voldoende om de kamer te sluiten. In nog een ander wapen, wordt het mecanisme bewogen door eene kleine verlenging van de huls, op het oogen- blik dat het schot afgaat. De huls is daartoe eenigszins geplooid, om de vereisclite verlenging te kunnen verkrijgen. {Rev. Mil. de VEtr.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 198