204 de hoofdmacht, worden de volgende seinen door middel van vuurpijlen met slagwerk voorgeschreven Seinen van cle flottielje. a. één vuurpijl geeft aan het punt waar de flottielje is b. twee vuurpijlen beteekenen: de flottielje kan niet verder; c drie vuurpijlen: de flottielje is in de flank van de kampong gekomenheeft daar eene goede stelling en houdt, gesteund door 1 officier en 40 man daar stand, terwijl de overige infanterie der compagniescolonne den vijand in de flank neemt. Seinen van de hoofdmacht onder den luit.-kol. Perné. d. één vuurpijl geeft aan de standplaats der hoofdmacht e. twee vuurpijlen: order aan de flottielje en de bij haar behoorende compagnie om niet verder vooruit te rukken f. drie vuurpijlenorder om te handelen in den geest als onder c werd vermeld; (j. vier vuurpijlen: order om te retireeren. Vóór den afmarsch gebruiken de troepen een warm maal, bestaan de uit soep van Australisch vleesch en rijst. In den spekzak wordt medegenomen hard brood en in de veldflesch koude koffie. Op voorstel van den commandant, der sloepenflottielje, die bij een vroeg vertrek den stroom in zijn voordeel dacht te hebbenwerd de door den expeditie-commandant uitgevaardigde order later gewijzigd en bepaald, dat de sloepenflottielje eeuigen tijd vóór de colonne Leijssius zou vertrekken en deze moest inwachten op het punt, waar het pad den rivieroever bereikte. Gedurende het oprukken naar Padang Kring, werd de verdediging vau het bivak in de Gedei opgedragen aan een peloton der 2° compagnie en die van het strandbivak aan de marine-landingsdivisie. Na het uitgeven van de order voor het oprukken naar Padang Kring, kwamen de luit.-kol. Perné, de chef van den staf, de com pagnies-commandanten de commandant der gewapende sloepende commandanten der artillerie en genietroepen en de eerstaanwezend officier van gezondheid bijeen, om met den expeditie-commandant de operatiën voor den volgenden dag nog nader te bespreken. Den 12e" werd eindelijk een brief van Potjoet Mohammad van Rigas

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 210