206 de reserve infanterie munitie (12 kistjes ad 400 patronen per kistje) gedragen door 12 dwangarbeiders; ambulancewaarbij 1 officier van gezondheid met 4 man hospitaal- personeel 14 tandoe's en 28 dwangarbeiders onder 1 mandoor Achterhoede: 1 peloton infanterie en eene reserve infanterie munitie van 5 kistjes ad 400 patronen per kistje, gedragen door 5 dwangarbeiders. leenMekkingen op de rechter en linkerflank der colonne1 sectie infanterie. De colonne-commandant met adjudant en chef van den staf bevon den zich tusschen voorhoede en hoofdtroep. De flankdekkingen hadden in last niet buiten het gezicht der co lonne te gaan. De voorhoede had de opdracht niet te snel te marcheeren en aan den rand der sawah ten zuiden van Padang Kring gekomen stelling te nemen in afwachting van nadere bevelen. Opende de vijand het vuurdan moest alleen teruggevuurd wor den wanneer iets van den vijand werd gezien. Een aaneengesloten marcheeren werd aanbevolen, met het oog op mogelijke klewangaanvallen door den vijand. Opmarseh naar Padang Kring. De colonne volgde een pad dat, aan de infanterie, toeliet uit de flank op twee gelederen te marcheeren; de artillerie in colonne met stukken. Zijwaarts van dat pad stonden hier en daar eenige groote houten huizenomgeven door vruchtboomen en struikgewas, zoodat het aan de flankdekkingen slechts weinig moeite kostte de colonne te volgen. Ten 74 ure v. m. bereikte de voorwacht de sawahzuidwaarts van Padang Kring. Al vorens verder te kunnen gaan, moest nu een modderig' gedeelte in het pad ter lengte van 30 M. worden verbeterd. De genietroepen rukten met de medegenomen sessaks voorwaarts en begonnen onmid- delijk het pad geschikt te maken voor het oprukken van de infanterie en artillerie. Zoodra de vijand onze troepen bemerkte, opende hij het vuur, zoowel op de genietroepen als op de voorwacht. Deze nam tot dekking der werkzaamheden, stelling achter een galangan op de met 1 M. hooge padi beplante drooge sawah, en opende het vuur op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 212