208
commandant aan den bevelhebber het bericht van het nemen van
Padang Kring en tegelijkertijd, onder dekking van een peloton in
fanterie, de gekwetsten naar het bivak in de Gedei. Voorts deed
hij het voor- en zijwaarts gelegen terrein verkennen en beval het
oplaten van één vuurpijl om de colonne Leijssius de plaats der hoofd
macht aan te duiden.
Ten einde verbinding met deze colonne te verkrijgen, het terrein
in oostelijke richting te verkennen en het pad op te sporen dat
naar Simpang Olim leidde, rukte de chef van den staf met de com
pagnie, die de voorhoede had uitgemaakt, door Padang Kring op
laDgs een pad, dat midden door de kampong voerde. Zoowel de
huizen, zijwaarts van den gevolgden weg, als de versterkingen in
den kampongrand werden nauwkeurig onderzocht.
Deze laatste bestonden uit hoofd versterkingen in den vorm van
redouten en lunetten, en daarvóór gelegen loopgraven. De borst
weringen der hoofdversterkiugen waren ongeveer 1 M. dik en aan
het binnen- en buitentalud verticaal opgezet met planken, die door
palen op hunne plaats werden gehouden en waartusschen de ruimte
met aarde of rottan was aangevuld.
In sommige dier versterkingen waren bamboezen schietkokers
aangebracht, ten deele gericht op het modderige gedeelte in het pad,
dat de colonne bij het oprukken naar Padang-Kring moest overtrekken.
De stelling des vijands had eene buitengewoon groote sterkte en zou,
alleen in front aangevallen, zelfs bij eene matige verdediging, slechts
ten koste van zeer veel verliezen genomen hebben kunnen worden.
Dat de vijand desniettemin in deze stelling geen stand hield, is ver
moedelijk toe te schrijven aan de vrees om van zijn terugtochtsweg door
de langs de Tenom-rivier aanrukkende colonne te worden afgesneden.
Ten 9 ure werd de colonne Leijssius aan den rivieroever ter
hoogte van Padang Kring ontmoet.
Het optreden van de sloepen flottielje en van de colonne Leijssius.
Zooals reeds gezegd is, marcheerde de colonne Leijssius ten 61
uur ongeveer van het bivak in de Gedei af en volgde het pad langs
de Tenom-rivier in den volgenden marschvorm.
Voorhoede. Eene sectie infanterie en het detachement genietroepen.
Hoofdtroep. Twee sectiën infanterie, de reserve- munitie (8 kistjes