m een peloton infanterie aan de rivier te hebben achtergelaten om de colonne Leijssius den weg te wijzen, keerde de hoofdmacht terug naar het punt, waar de voorhoede Padang Kring was binnenge trokken, en nam van daar ten 11| uur v. m. even vóór de terugkomst der colonne Leijssius, den terugmarsch naar de Gredei aan in de volgende marschorde 211 Voortroep: eene sectie infanterie; Hoofdtroep: 2 compagnieën en de ambulance. Achterhoede: 1 peloton infanterie. Ten gevolge van het oponthoud veroorzaakt door het in brand steken van de huizen, welke aan beide zijden van het door de colonne gevolgde pad waren gelegen en het inwachten der daarmede belaste troepen en dwangarbeiders, was de geheele colonne eerst ten 12f uur n. m. in het bivak in de Gredei teruggekeerd. Met deze tuchtiging van Tenom werd de taak der expeditionnaire colonne als vervuld beschouwd. Dientengevolge bepaalde de expeditie-commandant dat het embar- kement nog dienzelfden dag zou aanvangen in de volgende orde: 1® Een officier van gezondheid met de gewonden en zieken. 2e Materieel en personeel der artillerie, behalve de sectie bergartillerie. 3e De Chineesche timmerlieden met den genie-officier. 4e Het detachement genietroepen met de daarbij ingedeelde dwang arbeiders. 5° Het 3e bataljon infanterie en wel achtereenvolgens de 3®, de le, de 2e en ten laatste de 4e compagnie met de sectie bergartillerie. Het commando over de expeditionnaire colonne werd daarop door den bevelhebber overgegeven aan den luit.-kol. Perné en dezen hoofd officier opgedragen, het verder embarkement met den stations-com mandant te regelen. Nog dienzelfden avond vertrok de commandant der expeditie, vergezeld van zijn adjudant en den chef van den staf per gouver- nementsstoomer Arend naar Oleh-leh, en kwam in den morgen van den 14en Januari te Kota. Radja. Met dezen stoomer werden tevens 8 gewonden en 4 zieken naar Oleh-leh overgebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 217