228 En Welk eene opleiding. Wel is waar schrijft A. 0. 1868 n°. 5 voor, dat de administratieve vakken worden onderwezen door den kwartiermeester van liet garnizoendoch slechts zelden hebben wij die bepaling zien handhaven en zeker nimmer in een garnizoen, waar meer dan één korps was. Het les geven op de korpsscholen der verschillende korpsen zou dan ook niet overeen te brengen zijn met zijn drukken werkkring en hij staat ook niet onder de bevelen der korpscommandanten. Alleen bij die korpsen, welke een af zonderlijke kwartiermeester hebben, is het voorschrift uitvoerbaar doch vroeger werd er niet steeds de hand aan gehouden. De jongste aanschrijving spreekt nu van den kwartiermeester van het korps of van het garnizoen. Wij voorzien, met hetzelfde resultaat als vroeger. En toch zijn de kwartiermeesters, evenals de compagnies-comman danten, belanghebbenden bij goed administratief kader. Bij hoeveel korpsscholen zal het onderwijs in de administratieve vakken dus door een bevoegd persoon worden gegeven? En met welke belangstelling en gedurende welken tijd? Wij verwachten, weder even als vroeger: Eenmaal in de week een uur. En de opleiding in de overige vakken? Men moet zich weder bepalen tot het in beginsel veroordeelde onderwijs bij de korps scholen [zie ad 4.] Doch genoegeen ieder die zich de vroegere korpsscholen en hare werking herinnert en de tegenwoordige gadeslaat, zal het met ons eens zijn, dat zij nog het minst voldeden en ook voldoen, wat de opleiding van administratief kader betreft. Neenhet beginsel dat het kader bij de kaderscholen is gedetacheerd is onjuist, en het eenig afdoende middel zal zijn, de formatie van het leger met het noodige kader uit te breiden. En nuwat het ad ministratief kader betreft, de urgentie hiertoe zoo duidelijk was ge bleken dat het zelfs niet mogelijk was de bestaande voorloopige re geling der kaderscholen in dit opzicht te handhaven, hadden wij verwacht dat het legerbestuur, in afwachting der nader te doene voorstellen tot het definitief regelen dezer aangelegenheid, bij het opperbestuur zou hebben aangedrongen op eene tijdelijke uit breiding van het leger met eenig administratief kader. Geleidelijk en hoogstens in zes maanden in zeker beter dan nu, zoude

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 234