231
Wat het eerste betreft, is de aanvulling uit Nederland aanzienlijk
minder (zie blz. 221) en bovendien is sedert 1882 de formatie uit
gebreid met 155 (1) onderofficieren en korporaals en in 1883 bovendien
tijdelijk uitgebreid met 22 (2) onderofficieren en 20 (2) korporaals.
Nemen wij dan ook de boven door ops bedoelde cijfers over de
laatste tien jaren, dat is van 1874 t/m. 1883 (zie blz. 221) dan krijgen
wij een gemiddelde rest of wel „behoefte waarin door aanstelling
in Indië moet worden voorzienvan 332 onderofficieren. Alsnu
weder 10 °/0 voor niet geslaagden in rekening brengende, dan zien
wij dat de kaderscholen in eene behoefte van 368 onderofficieren
moeten kunnen voorzien. Om nu te berekenen hoeveel onderofficieren
en korporaals de kaderscholen moeten bijwonen, moet men in aan
merking nemen, dat de practijk heeft geleerd, dat de gemiddelde
tijd van 3 maanden om tot sergeant of fourier te worden opgeleid,
te kort is en hiervoor zeker 4V2 maand moet worden gesteld.
Yerder aannemende, dat de gemiddelde tijd van 6 maanden voor
de opleiding tot adjudant-onderofficier en sergeant-majoor juist is, en
dat de tegenwoordige sterkte 56 is, dan zullen, met inbegrip dei-
niet geslaagden, 62 onderofficieren moeten worden opgeleid. De
gemiddelde tijd van duur der opleiding voor de onderofficieren alsnu
op 6 en voor de korporaals op 41 2 maand stellende, dan zullen op
de 4 kaderscholen gelijktijdig moeten worden opgeleid 31 onder
officieren en 113 korporaals om in de tegenwoordige behoefte aan
onderofficieren te kunnen voorzien.
Eene gelijke redeneering en berekening toepassende op de korporaals,
dan zien wij dat de behoefte aan korporaals, gemiddeld over de
laatste 10 jaren, niet veel grooter is geworden, doch dat ook de
gemiddelde duur der opleiding op 41 2 in stede van op 3 maanden
moet worden gesteld, zoodat dan ook op de 4 kaderscholen gelijk
tijdig moeten worden opgeleid 190 fuseliers om in de tegenwoordige
behoefte aan korporaals te kunnen voorzien.
Dit voor zoover het Europeesch kader betreft. Wat betreft het
Inlandsch kader kunnen wij over geen voldoende cijfers beschikken
om eene gelijke berekening te maken, doch wij vertrouwen dat vooral
(1) Hierin zijn ook Inlanders begrepen.
(2) Europeanen.