234 bij beurten, gekozen. Geen wonder dat de resultaten niet bevre digend waren. Bij het doen der voorstellen tot oprichting eener kaderschool was dan ook geen sprake van het behoud der bestaande korpsscholen. Op last van het opperbestuur echter, bleven bij de oprichting der 4 kaderscholen, de korpsscholen behouden, niet tot vorming van kader, doch om militairen beneden den graad van korporaal gelegen heid te geven om lager onderwijs te ontvangen; zij konden dan tevens dienen om het kader het vroeger geleerde te doen onderhouden. De invloed van Nederlandsche toestanden op deze bepaling is duidelijk zichtbaar. Behalve het Instructie-bataljon toch, dienen in Nederland ook de korpsscholen tot vorming van kader, maar boven dien worden de lotelingen aldaar in de eerste beginselen van alle wetenschap (lezen, schrijven en rekenen) onderwezen. Voor het Nederl. leger, hetwelk een volksleger is, is deze bijdrage tot de volksontwikkeling, geene geringe verdienste; het Ned.-Ind. leger, hetwelk een staand leger is, heeft echter-eene geheel andere taak te vervullen, dan aan de mindere militairen lezen en schrijven te leeren. Dat leger heeft dan ook ter voorziening in zijne behoefte, inrichtingen noodig tot opleiding van kader, en sedert daarvoor afzonderlijke inrichtingen in het leven zijn geroepen, hebben de korpsscholen geen reden van bestaan meer. De thans bestaande korpsscholen zijn dan ook geheel overbodig; zij missen niet alleen haar tweeledig doel, doch werken bovendien nadeelig. Zou er wel ooit een leerling tot die scholen zijn toegelaten, wien het alleen te doen was om lager onderwijs te ontvangen? Wij be twijfelen het. Wel is waar zullen enkelen de scholen hebben bij gewoond om lezen, enz. te leeren, met het oog op het admissie- examen voor de kaderschool, doch strikt genomen behoort dit tot de opleiding van kader, en dit is niet het doel der korpsscholen. Wij kunnen ons echter geheel vereenigen met het in A. O. 1882 n°. 62 neergelegde beginsel, dat zij, die tot korporaal willen worden opgeleid, blijken moeten geven dat zij kunnen lezen, schrijven en een weinig rekenen. Zij, die dit weinige in hun jeugd zelfs niet geleerd hebben, vormen ook geen stof voor kader; hen deze begin-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 240