238
Er was nu toch geen sprake meer van bezig houden, neen, nu
moest aan de aspirant-korporaals het lezen en schrijven behoorlijk
onderwezen worden.
En behoudens enkele uitzonderingenwaar toevallig de Directeur
of de luitenant-onderwijzer, juiste begrippen hadden omtrent zaken
„onderwijs betreffende, waar zij een behoorlijk leerplan (1) wisten
te ontwerpen en eene goede methode van onderwijzen wisten aan
te geven, waren de resultaten zeer treurig. Uit de daaromtrent
ingediende rapporten in het jaar 1883 bleek zulks maar al te dui
delijk, en blijkens den aanhef der hierbedoelde aanschrijving, waren
het ook die rapportenwelke aanleiding gaven tot de bij die aan
schrijving ingevoerde wijzigingen in A. O. 1882 N°. 62.
In stede nu van bij die wijziging de geheele opleiding van inlandsch
kader bij de kaderscholen over te brengenhetwelk geheel in over
eenstemming met het meergenoemd Koninklijk Besluit zou zijn ge
weest, werd integendeel een goed beginsel losgelaten.
Het beginsel dat al het inl. kader, zoowel korporaals als onder
officieren behoorlijk moet kunnen lezen en schrijven en een weinig
ïekenenwerd losgelaten en die eisch voor de korporaals niet meer
noodig geacht. De moeielijkheid om de aspiranten deze eerste be
ginselen te onderwijzen werd hierdoor niet alleen verplaatst, doch
verplaatst ten nadeele van den dienst en het finantieel belang van
den lande. AVat toch is nu het geval. Het lezen, schrijven en re
kenen, dat anders bij de kaderscholen zou moeten worden onder
wezen aan de fuseliers (aspirant-korporaals), moet tegenwoordig on
derwezen worden aan de korporaals (aspirant-onderofficieren). Het
is duidelijk dat deze laatsten daarvoor de kaderscholen gedurende
langer tijd zullen moeten bijwonen, dan wanneer zij reeds als fuse
liers die zaken hadden geleerd. Die korporaals zijn dus langer aan
de korpsen onttrokken dan bij eene goede regeling noodig is. Eene
terugkeer tot de goede beginselen is dus ook in dit opzicht zeer
noodig.
Ten slotte wenschen wij nog met een enkel woord de weelderige
(1) Wij hebben wel eens een zoogenaamd tableau van werkzaamheden eener
korpsschool gezien, waarboven met groote letters stond „leerplan." Dat stuk was
geteekend door een kapitein-directeur.