273
licht gebracht hoezeer de werking der Arabische bureaux, vroeger
naar men zegt, weldadig, was ontaard, en hoe men op militair ter
ritoir zonder eenige gewetenswroeging, gevaarlijke vijanden of krijgs
gevangenen deed verdwijnen, dan wel met gemak in korten tijd
kon rijk worden, door boeten, verbeurdverklaringen, razzia's en
knevelarijen te laten regenen (7), was de aandacht op de in Algérië
bestaande misbruiken gevestigd, en ging onder een groot deel van
het Pransche volk eeu kreet van verontwaardiging op. Verschil
lende verbeteringen werden gevraagd en o. a. de invoering van het
civiel bestuur. Het gevolg was de daarstelling iu de 2e helft van
1858 van een Ministerie van Algérië en de Koloniën onder Prins Na
poleon. Het wingewest werd nu rechtstreeks uit Frankrijk be
stuurd, het Gouverneur-Generaalschap verviel, en aan het hoofd
der strijdkrachten kwam een commandant der land- en zeemacht:
van 31 Augustus 1858 24 April 1859 Mac Mahon, van 25 April
1859 25 Augustus 1859 generaal Guesweiier en van 26 Augus
tus 1859 10 December 1860, de generaal De Martimpreij.
Lang duurde die toestand echter niet. Prins Napoleon nam deel
aan den oorlog in Italië, en werd vervangen door den graaf De
Chasseloup. Maar in 1860 kwam de Keizer zelf in Algiers, en
zijne strijdgenooten uit den laatsten oorlog, waaronder velen waren,
die vroeger tot de Arabische bureaux hadden behoord, wisten te
bewerken dat het vroegere bestuur weder werd ingevoerd. De sa
menstelling van het civiel personeel dat, zonder te zijn voorbereid,
of eenige leerschool te hebben doorloopen, plotseling was benoemd,
was daarbij een krachtigen steun. Al de misbruiken van de mi
litaire bureaux Arabes werden door de civiele herhaald en zelfs ver
ergerd, doordien het nieuwe personeel niets beters wist te doen,
dan te vervallen in de fouten zijner voorgangers, terwijl het noch
de ondervinding, noch de goede eigenschappen dezer laatsten bezat.
Daarbij kwam het lastige der centralisatie van het bestuur te
Parijs en de positie van den Keizer, die het leger op zijne hand
diende te hebben. Niettegenstaande het verzet der Europeesche
bevolking van het wingewest, werd bij decreet van den 10en Decem
ber 1860, de vroegere toestand weder hersteld.
Ruim drie jaren later, onder het Gouverneur-Generaalschap