274
van den maarschalk Pélissier, die, naar men zegt, op den 24 Mei
1864 van verdriet over 't gebeurde stierf, brak in den aanvang van
Maart 1864, de groote opstand van dat jaar uit. De onmiddelijke
oorzaken ware; 1°. zooals de I. P. in 't door X. gecritiseerde ge
schrift heeft medegedeeld, dat een luitenant van een bureau Arabe
den bach agha van den machtigen stam der Ouled-Sidi-Cheick, Si
Sleman-ben-Hamza, die den Franschen steeds getrouw had bijge
staan en op wien het fanatisme slechts weinig invloed had, in zijne
waardigheid kwetste, door diens secretaris tot het ontvangen van
rietslagen te veroordeelen, en zich vervolgens niet ontzag den bacil
agha in persoon een slag in het aangezicht te geven, en 2°. zooals
Maurice Wahl zegt op bladz. 24 van zijn geschrift, de gewelddadig
heden van den kolonel Beauprêtre, bevelhebber van Tiaret, een dier
officieren der Arabische bureaux, welke wreedheid verwarden met
kracht. Waarschijnlijk echter kwamen daarbij, de gedurige aanvallen
waaraan de Arabische hoofden van de zijde der pers waren blootgesteld,
die, vergetende dat velen hunner hun leven voor Frankrijk hadden
veil gehad, niet ophield hen te beschuldigen van diefstal, roof en
verraad, (9) en hunne vrees dat zij van den grond, sedert eeuwen door
hunne voorvaderen bewerkt, zouden worden beroofd. Hoe dit ook
zij, de opstandelingen [X. vergeve mij het woord] hadden het oogen-
blik om in verzet te komen goed gekozen. Een groot gedeelte van
het Algerijnsche leger bevond zich in Mexico, dat de Franschen
zoo duur is te staan gekomen, of in Achter-Indië waar 't succes
ook al te wenschen schijnt over te laten. In alle haast moesten
versterkingen uit Frankrijk worden gezondenmaar inmiddels werd
de kolonel Beauprêtre die van Tiaret, 226 K. M. van Oran en 130 K.
M. van de kust, met 100 man infanterie, een eskadron spahi's en
de goums was opgerukt, om Si-Sleman het hoofd te bieden, te
Aïn-bou-Beker, ongeveer 22 K. M. ten oosten van Geryville over
rompeld, en hoewel ook Si-Sleman bij die gelegenheid sneuvelde,
met al zijne geregelde troepen en een groot aantal inlanders in de
pan gehakt, terwijl Si-Sleman als aanvoerder van den vijand werd
vervangen door zijn broeder Mohammad-Ben-Hamza, en op 't ver
nemen der nederlaag van de Franschen de opstand, waarvan zich
op den 17 Maart te voren ook reeds sporen onder de Kabylen