284 vijandig gezinden-naar liet Sultanaat af te weren. In naam konden wij ons onder de gegeven omstandigheden tot souverein verklaren, het aan tijd en omstandigheden overlatende, om feitelijk het bestuur op ons te nemen. Natuurlijk dat is ook uit andere onstandigheden duidelijk dacht de generaal er niet aan, dadelijk en feitelijk te besturen". Ik keur de handeling des generaals alzoo geenszins af; en wanneer ik haar niettemin betreur „in het licht der latere gebeurtenissen", of haar „van achteren gezien" een fout noem, dan zeg ik dat geenszins uit voorzichtigheid, of uit zucht om een slag om den arm te houden, zooals U dat uitdrukt, maar eenvoudig omdat de billijkheid die bijvoe gingen eischt. Ik meende voldoende te hebben aangetoond dat men den generaal Yan Swieten geen verwijt mocht maken van zijne proclamatie, al bleek die later verkeerd geweest te zijn, dan dat het noodig zou zijn de Heerendie 11a mij in het Indisch Genootschap het woord voerden daarop nader te wijzen. De verslagen werden immers gedrukt, en ieder lezer kon zich dan zelf een oordeel vormenIk houd niet van langge rekte debatten. Wanneer Gij het „vreemd" noemt, dat andere mijne woorden niet juist hebben wedergegeven, dan kan ik U slechts de verzekering geven dat ik mijne voordracht denzelfden avond der vergadering voor de drukpers heb afgestaan en haar slechts in drukproef heb teruggezien. In die druk- proevende redacteur van De Indische Gids en de secretaris van het Indisch genootschap zouden het kunnen getuigen heb ik niet de minste verandering gemaakt. Ik heb precies hetzelfde gezegd wat in het ver slag staat. Eene andere zaak, die U aanleiding geeft om mij te bestrijden, is mijne beoordeeling van den generaal Pel. Toch blijf ik deze voor juist houden, en ik behoef er mij niet toe te bepalen, om te zeggen: „ik weet dat het zoo is". De heer W. C. Nieuwenhuijzen, die de geheele 2>- expeditie bijwoonde en veel met Pel in aanraking kwam, schreef, als redacteur van het Indisch Militair Tijdschrift (jaargang 1881, I, blz. 459noot) zeer stellig „De generaal Pel heeft nooit de inzichten van den generaal Yan Swie ten gedeeldReeds vóór 26 April 1874 kon men het verschil van inzichten uit den mond van kolonel Pel hooren"Wanneer de heer Nieuwenhuijzen dat zegt, kan men er op vertrouwen; zijne mede- deeling is mij trouwens van verschillende zijden bevestigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 290