297 OVERGEPLAATST. Departement van Oorlog. Bij de Ve afdeeling: de le luit. kwartiermeester B. "W. C. Gr. Vries van de inten dance te Batavia. Infanterie- Bij het 2e bat. de 1 luit. W. C. Schreijner van het 12e bataljon, id. id, 3e id. de le luit. H. J. Matthes en de 2e luit. F. W. Snithger, respectie velijk van het 3e depot-bataljon en het subsistenten-kader te Batavia, bij het 4e bat., de kap. W. H. M. De Riel cn de le luit. Jhr. F. R. J. B. Van Grotenhuis van Onstein, respectievelijk van het 7e bat. en het garnizoensbat. in Atjeh en onderhoorigheden, bij het 5e bat., de kap. A. M, Winkel, de le luit. J. P. Heintz en de 2e luits. E. A. C. Van Regteren en F. W. J. Knijpers, de eerste en derde van het 7e, de tweede van het 6e en de vierde van het le bat., bij het 6e bat., de 2e luit. A. A. Van Vloten van het 7e bat., id. id. 7e id. de kap. F. Anten en de 2e luits. L. De Roever, J. M. Van Gogh en P. N. Jielof, allen van het 5e bat. bij het 10e bat., de 2e luit. W. C. Kimmijser van het subsistenten-kader te Batavia, bij het 11e bat., de le luit. P. A. Zweedijk en de 2e luit. A. C. J. Van der Sloot, respectievelijk van het 15e bat. en het 3e depot-bat., bij het 12e bat., de le luit. H. L. Kusky van het 2e bat., bij het 14e bat. de kap. H. A. N. Catenius en de le luits. E. P. Van Thiel en J. Hamming, de beide eerst- genoemden respectievelijk van het 7e bat. en 2e depot-bat., de laatstgenoemde van het 11e bat., bij het 15e bat., de 2e luit. R. Van "Wijk van het 6e bat., id. id. 18e id. de le luit. P. W. Stort van het garnizoensbat. in Atjeh en On derhoorigheden, bij het le depot-bat., de kap. M. J. L. Keulemans van het 10e bat., bij het 2e depot-bat., de 2e luit. H. F. J. Rudolph van het 4e bat., bij het 3e id. de kap. C. D. Van den Berg en de 2e luits. H. 's Graeuwen en P. A. J. Veerman, respectievelijk van het 14e bat., het garnizoensbat. in Atjeh en Onderhoorigheden en het 2e bat., bij het garnizoensbat. van de Oostkust van Sumatra, de le luit. C. T. G. Götz van het 9e bat., bij het garnizoens-bat. in Atjeh en Onderhoorigheden, de le luit. E. P. J. Geluk, Jhr. D. Barchman Wuytiers en de 2e luits. D. J. Schafer, A. II. Overman, W. Van Kooten en H. C. F. P. Le Roux, de drie eerstgenoemden van het 16e, de beide vol genden van het 9e en de laatstgenoemde van het 10e bat., bij het garnizoens-bat. in de Westerafdeeling van Borneo, de 2e luit. J. "W. Stuffers en II. C. Dinet en de le luits. S. Brandon en H. F. T. Van Blokland, de beide eerst genoemden van het 5e, de derde van het 18e, en de laatste van het le depot-bat., bij het garnizoens-bat. van Sumatra's Westkust, de 2e luit. G. Knobloch van het 17e bat., bij het subsistenten-kader te Batavia, de kap. W. P. G. Klencke van het garnizoens bat. van de Oostkust van Sumatra.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 303