- 302 der Infanterie J. Schrrjber, commandant, de chirurgijn 3e klasse H. I. I. Pirson, 1 Eur. sergeant, 2 Eur. korporaals, 8 Eur. flankeurs, 1 Amb. fuselier, 10 Inlandsche soldaten en 10 Inlandsche pionniers. Tevens werden voor den nieuw op te richten post de noodige mate rialen en de geschutbewapening, bestaande uit vier draaibassen van 1 met de noodige munitie medegenomen. Den 21en April 1828 van de reede van Amboina vertrokken, be reikte de expeditie na. tal van wederwaardigheden, den 28en Juni d. a. v. eene plaats aan de westkust van Nieuw-Guinea, Lobo genaamd, ge legen op 3° 42' Z. B. en 134° 15' 41" O. L. aan den voet van den hoogen, rotsachtigen berg Lamentjiri, waar Yan Delden en Steenboom besloten de Nederlandsche vestiging te plaatsen, niet wijl het terrein voor eene zoodanige vestiging zoo uitermate geschikt was het was geheel begroeid met zwaar bosclimaar wèl omdat men het noodzakelijk achtte eindelijk eens met de oprichting van een établissement een begin te maken, wilde men niet onverrichterzake naar Amboina terugkeeren. Ten gevolge toch van het lange zwerven langs een ongezonde kust en het ook in onze dagen nog lang niet vreemde verschijnsel van overvulling der schepen, begon de gezondheidstoestand van amb tenaren en manschappen veel te wenschen over te latende meesten hunner waren dan ook reeds ziek, toen men den 6en Juli de werk zaamheden aanving met het openkappen van het terrein. Niettegenstaande de inboorlingen, tegen goede betaling, hielpen met het halen van atap en bamboe en ook de équipage van de Triton aan de werkzaamheden deelnam, vorderde het werk slechts langzaam vooral het vellen van het zware geboomte was een zeer moeilijke arbeid, die bovendien nog belemmerd werd door de aanwezigheid van tallooze bloedzuigers en het ontstaan eener ondragelijke jeukte, welker oorzaken men niet ontdekken kon. Met het oog hierop, werd dan ook besloten af te zien van het maken eener versterking volgens het van Amboina medegenomen ontwerp, en zich voorloopig alleen te bepalen tot het oprichten van eene dubbele palissadeering. In de vermindering van het passief verdedigingsvermogen werd te gemoet gekomen door aan den wal de 4 kanons van 6 ffi van de Iris in batterij op te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 308