307
betere bergplaats gemaakt. Ziekten onder de bezetting beletten hem
evenwel meerdere verbeteringen aan te brengen.
Van de 110 man sterke bezetting lagen er medio Januari 1830,
83 ziek te bed, en ook de luit. Lans was door zwakte, het gevolg
eener zware ziekte, onbekwaam om dienst te doen.
Sedert de oprichting van het fort, dus in nog geen 1^ jaar tijds,
waren reeds 3 officieren en 21 minderen overleden en van de naar
Amboina geëvacueerden leden verscheidenen aan eene slepende ziekte,
die meestal den dood ten gevolge had.
Eindelijk begon men dan ook in te zien dat Merkusoord voor eene
vestiging weinig geschiktheid bezat, en werd besloten der Regeering
voor te stellen eene andere plaats op de westkust uit te kiezen voor
de oprichting van eene nieuwe versterking.
Den 24en Februari 1830 kwam de Siewa te Amboina terug. Een
maand te voren was van daar naar Merkusoord vertrokken het par
ticuliere schip Thalia om de bezetting van vivres en materialen te
voorzien, medenemende een orembaai, waarop een draaibas geplaatst
kon worden. Met de Thalia, die in de eerste helft van Maart naar Am
boina terugkeerde, werd het bericht overgebracht van het overlijden van
5 Eur. flankeurs, 2 korporaals der artillerie en 1 kanonnier in het tijds
verloop van 3 Februari, (vermoedelijk de vertrekdag van de Siewa) tot
7 Maart, en van de ziekte van den dapperen Godron en 45 mindere
militairen, zoodat de pionniers voorloopig te Merkusoord werden aan
gehouden om te helpen bij den garnizoensdienst.
Yan 7 Maart 24 April nam het sterftecijfer gaandeweg toe,
zoodat ten slotte van de Europeesche bezetting slechts twee man
dienst konden doen. Gelukkig was er in den politieken toestand
eenige verbetering gekomen, zoodat dus vooreerst van de kant dei-
bevolking geen gevaren dreigden.
Den 27en April overleed Godron. Bij resolutie van 31 Juli 1830
Eo. 37, dus ruim 3 maanden na zijn dood, werd hem de tevreden
heid der Regeering betuigd en ter belooning eene voordeelige plaat
sing toegezegd, waarlijk geene schitterende belooning voor al de door
hem bewezen diensten.
De 1° luit. J. H. Willemse, schijnt Godron of, zoo men wil, den
2° luit. Lans, die echter reeds in het begin van Juni naar Amboina