310 Hoewel de Regeering afwijzend beschikt had op het voorstel tot opheffing of verplaatsing van het fort Du Bus, aangezien nog steeds gehoopt werd dat ten langen leste de gezondheidstoestand wel beter zou worden, besloot desniettemin de Gouverneur der Molukken eene Commissie derwaarts te zenden om eenige punten nader te onderzoeken. Uit het rapport der Commissie vermeldt de schrijver op blz. 58 en 59 van zijn werk, met betrekking tot de topographische gesteldheid der landstreek en den toestand van het fort liet volgende: „De weersgesteldheid was ten gevolge der topographie van de „landstreek zeer veranderlijk. Was de warmte in het, door bergen „ingesloten landschap soms onverdragelijk, het geringste windje, dat „zich door de bergkloven een weg baande, wakkerde allengs tot „een gure windvlaag aan. Van daar, dat soms midden op den „dag eene plotselinge rijzing of daling van den thermometer van „10° Fahrenheit geene zeldzaamheid was. Over 't algemeen kon „men aannemen, dat men in 24 uren een verschil had van 22°, „n. 1. 's ochtends vroeg was de thermometerstand 68° a 73°, „des middags 85° a 90°, in den vóór- en namiddag en 's nachts „73° a 85°. „Buiten twijfel stelde de commissie den nadeeligen invloed van „de moerassige oevers der rivier, die oostwaarts van 't fort in zee „stroomde; de ondervinding had dan ook geleerd, dat de gezond heidstoestand gedurende den Oost-moesson het slechtste was. „Ook de uitdampingen van het zoo dicht bij de versterking gelegen „zware bosch waren ongetwijfeld zeer schadelijk. De commissie meen- „de dan ook, dat dit verder uitgekapt en verbrand moest worden, „waardoor men tevens meer terrein zou bekomen voor den tuin bouw, die op kleine schaal bij 't kweeken van aardvruchten en „groenten reeds zeer goede resultaten had opgeleverd.Het drink- „water, zoowel uit de rivier, als dat van een put, die in 'tfort ge graven was, scheen goed te zijnDe gebouwen vereisch- „ten naar het oordeel der commissie algeheele vernieuwing. „Officieren en soldaten logeerden in slecht gebouwde „gabba gabba" „vertrekken, waarin ze nagenoeg geheel aan het ruwe weder waren „blootgesteld; en de commissie meende, dat er goede houten gebouwen, „met sirappen of pannen gedekt, behoorden te verrijzen. Het bou-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 316