312 36 bannelingen om het werk van de manschappen te verlichten; eerst dan kon hij aan oefening van zijn troep gaan denken, „die „thans gelijk met den banneling moet werken van 's morgens 6, dat „hij van wacht komt, tot 's avonds 6, dat hij op de wacht komt." De vertoogen van Lans gevoegd hij het door de Commissie uit gesproken oordeel over de Nederlandsche vestiging te Merkusoord mochten vooralsnog niet leiden tot eene opheffing, en zelfs zoo weinig dacht men hieraan, dat nog in 1833 in de formatie der troepen in de Molukken gerekend werd op eene vaste bezetting voor fort Du Bus van 2 officieren, 24 Europeanen en 43 Inlanders benevens 1 sergeant der artillerie. Toch werden geene afdoende maatregelen genomen tot verbetering van den gezondheidstoestand; men bepaalde er zich alleen toe naar Merkusoord te zenden een vischnet, klappers, kanarie-olie, sagoe, geiten en kippen, welke tegen betaling konden worden verstrekt, en eenige koebeesten en dingding om de bezetting- van tijd tot tijd ook eens iets anders te kunnen geven, dan voortdurend rijst met gezouten vleesch of rijst met gezouten spek. Toen al deze artikelen te Merkusoord aankwamen was „volgens zeggen van den postconnnandant de vreugde der bezetting onbeschrijfelijk." Geen wonder dan ook, dat de afschrik voor eene plaatsing te Merkusoord bij de officieren zóó groot was, dat het was „alsof reeds bij der- zelver benoeming een doodvonnis over hen werd uitgesproken." Lans en Kluijskens werden wegens ziekte in Oct. 1832 vervangen door den 2en luit. J. J. "VYolff en den chirurgijn 3e klasse C. Terwogt beiden verbleven er echter slechts tot Januari 1833 en hadden den len luit. P. A. L. Jackson en den chirurgijn 3e klasse G. S. Muller tot hunne opvolgers. Overeenkomstig de formatie werd tevens de 2e luit. J. F. Holtrop als tweede officier op dien post geplaatst; deze hield het er echter slechts korten tijd uit en werd vervangen door den 2en luit. A. A. H. Y. Cornesse de la Maide in den loop van het jaar 1833. FTog vóór dit jaar ten einde was overleed reeds laatstgenoemd officier, zoo mede de chirurgijn Muller. De 2e luit. J. B. De Brabant en de chirurgijn 3e klasse L. Lenheim vertrokken medio 1834 ter aanvulling van het incompleet aan offi cieren naar Merkusoord. De Brabant moest, evenals de 2e luit. II. G. Boon, de opvolger van Jackson, na een verblijf aldaar van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 318