323
van het Indische verdedigingsstelsel en van de beredeneerde beginselen
„der Indische legerorganisatiegrondige kennis van Indische volken-
„rechterlijke beginselen en van de in de verschillende gewesten ge
volgde staatkunde, grondige kennis der Indische staatsinstellingen,
„grondige kennis van Indische vechtwijze en legerverpleging, zooals
„die door de lessen der Indische krijgsgeschiedenis en door de prac-
„tische kennis van land en volk gewijzigd worden, en zooveel meer,
„hoe, vragen wij, schrijft de heer E. B. Kielstra, (1) zou het mo
gelijk zijn dat dit alles behoorlijk zou worden onderwezen aan de
„Krijgsschool te s'Gravenhage, die in de eerste plaats voor het
Nederlandsche officierskorps is opgericht?"
Op onze beurt vragen wijGeldt, wat voor de krijgsschool waar
is, mede niet voor de officiersschool de eischen mogen anders luiden,
het grondbegrip blijft ongewijzigd. Meer nog dan de krijgsschool
zijn de hoofdcursussen op Neêrlandschen leest geschoeid, en, zijn de
leerlingen der eerste minstens vier jaren in Indië geweest, die der
cursussen hebben (in den regel) Europa nooit verlaten.
Nadat de 1° klasse in Neerland de vakken van algemeene weten
schap, zooveel mogelijk, afgehandeld heeft, worden de vier oefenings
maanden overgang van Europa naar de Koloniën. 1 Juni met verlof
gezonden, melden de leerlingen zich 1 Augustus te Harderwijk, be
gin October wonen zij de eerste lessen in Indië bij.
Eén weg tot één doel. Die eenjarige cursus in Indië vereenigt
de adspiranten van hoofdcursussen, van Kon. Mil. Acad., de lste en 2de
luitenants van het leger in Neerland bij het Indische overgeplaatst,
met de leerlingen der hoogste klasse van de Militaire school (thans
te Meester-Cornelis).
De heer W. L. De Petit eindigde zijne beschouwing over de
Belgische Militaire school (2) aldus: „Ik wensch te wijzen op het,
„mijns inziens, navolgenswaardige, van de toelating tot de academie
„van jongelieden uit het leger. Hoe meer eenheid bereikbaar is,
„in de wetenschappelijke opleiding der officieren, hoe meer de hulp
middelen daartoe, die aan de academie meer volmaakt kunnen zijn
(1) „De Grids." April 1884.
(2) Ver. t. Beoef. v. d. Krijgsw.Verg. 26 Maart 1884.