324 „dan elders, en die den Staat groote offers kosten, ten goede komen „van allen; lioe nauwer de band wordt, die tengevolge van gelijk soortige opleiding, de leden van een officierskorps verbindt, hoe „wenschehjker. Hierin kan verdceling van arbeid lichtelijk tot ver snippering van krachten leiden, zoo intellectueele als materieele. „De krijgswetenschap van onzen tijd, laat veel meer vrij spel tot „het aaukweeken van verschillende opvattingen, dan vroeger. En „voor de jongeren, is in veel militaire vakken dat uiteenloopen van „opiniën niet wenschelijk." Die woorden zijn ons als uit het hart gegrepen. Aan het hoofd der Indische offfciersschool staat een hoofd-offi- cier (ot kapitein), die in Indië zijne sporen verdiend heeft. Al vereenigt het begrip „één eind-cursus voor allen, die als in- „fanterie-ofïïeieren in de Indische gelederen treden", de voordee- len, eenzijdigheid te weren en eenheid te bevorderen, wij begrijpen dat hierdoor onze stelling nog niet verzekerd is. De belangen van leger, schatkist en persoon loopen soms ver uit elkaar. „In een betrekkelijk klein leger," zegt de heer E. B. Kielstra (2) „zien wij minder bezwaar, mits het dan een goed leger heetenmag; „mits alles er op is toegelegd, om, bij een minimum van getalsterkte, „een maximum van kracht, van nuttig effect te verkrijgen." In ons leger nu is alles er vrij wel op toegelegd, om, bij een mini mum van getalsterkte, een minimum van nuttig effect te verkrij gen. Incompleet niet alleen aan officieren, kader, manschappen-, gebrekkige opleiding tot officier, tot kader, tot soldaat dus ook, bij miskenning van verdiensten. Wat kan den luitenant-baar toevertrouwd wordenwelke opdracht kan hij ten uitvoer brengen, die boe noch ba verstaat, die een pi sangboom met bijl en touwen omver wil halen; wie zal hem de geheimen der Indische krijgswetenschap openbaren als hij een pas uit Neerland gedetacheerd compagnies-commandant heeft? (2) De Gids April 1884.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 330