330
Wij gelooven niet dat iemand op twintig- a vier en twintig jarigen
leeftijd het onbekende zoo zeer wantrouwt, veeleer verwachten wij
de redeneering: „Je kunt altijd eens een kijkje nemen, bevalt het
„niet dan groet je de zwartjes na een jaar; een plezierreisje op
„s' lands kostenDe lezer herplaatse zich op de cursus- of aca
demie banken. De voorstanders van plaatsvervanging wijzen even
zoo, met afschuw zelfs, op het kazerneleventoch huisvesten onze
kazernen als vrijwilligers, zonen der aanzienlijkste, der oud-adellijke
en der rijkste familiën.
Dorsten wij vermoeden de belangstelling onzer a. s. kameraden in
Neêrlaud op te wekken, wij zouden een boekje opendoen over een
eindcursus in Indië „sinon comme remède contre l'amour, du moins
comme tel contre le mariage prématuré" van uitkomende 2de luite
nants. Hoewel wij het nog niet wagen een oordeel te vellen in
de quaestie „huwelijksmauie" (1) tegenover „concubinagemanie" (2)
meenen wij toch dat den nauw mondigen te talrijke, te ingrijpende
desillusiën wachten, om uit een moreel oogpunt den jeugdigen ka
meraad het huwelijk in patria aan te bevelen. De huwelijksquaestie
lijkt ons eene der vele, die den vorscher het „eureka" telkens nog
binnen het studeervertrek doen herroepen.
Recht op verlof na 10 jarig verblijf in Indië kan, vooral wanneer
een jaar vóór het officiersexamen reeds meerekent, verbetering ver
schaffen.
Uit het voorgaande volgt, als van zelf, dat wij ook voor de andere
wapens ons ontwerp aanbevelenswaardig achten, dat ook wij de op
heffing van den artillerie-cursus in Indië betreuren, dat wij ons aan
de zijde scharen dergenen die eene Milit. Academie voor Indië in
Indië, die voor den Neêrlandschen jongen in Indië de gelegenheid
vroegen om kadet te worden. (3)
Keeren wij tot ons programma weer.
(1) „Eenige wenken op Indisch-militair gebied", door Brutus en „Bekrompenheid
of Kwade Trouw." Bijdrage t. d. kennis van „De tegenwoordige positie en de voor
uitzichten van den Indischen ambtenaar," door Justus.
(2) Critiek over „Eenige wenken op Indisch-militair gebied, door Brutus", in de
Nov. aflevering 1883 van „de Indische Grids", door W. C. Nieuwenhuijzen.
(3) Dit alles is meesterlijk behandeld in de reeds aangehaalde opstellen van den
heer W. C, Nieuwenhuijzen in de Indische Gids. Nov. on Dec. 1883.