337
De Minister geeft hierop het volgende antwoord
Wij zien hieruit dat de slotsom van het consult over den pa
tiënt gehouden deze is, dat den lijder slechts rust en oefening
worden aanbevolen, en versterkende middelen vooralsnog onnoodig
geacht worden. Of de concentratie onzer troepenmacht op Atjeh, bij
de onvoldoende legersterkte, wel zooveel gelegenheid zal openen voor
rust en oefening van dat gedeelte van het legerdat niet te velde is,
betwijfelen wij echter zeer. Immers is het thans bekenddat te
Atjeh voorloopig als bezettingstroepen zullen achterblijven ongeveer
3000 man, en daarenboven 2 veld-bataljons voor mobiele macht.
Om die 3000 man garnizoensinfanterie te krijgen, heeft men weder
lf bataljon moeten leenen van de veldtroepen, welke bataljons dus
aan hunne bestemming onttrokken worden.
Nog steeds bevindt zich één veld-bataljon ter Westkust en een
half veld-bataljon in de Zuider- en Ooster-Afdeeling van Borneo. De
feitelijke toestand is dus voor de infanterie deze, dat 5^ van de 18
veldbataljons te velde zijn, in welker aanvulling, zoo ook in die
van de bezettingstroepen te Atjeh, voorzien moet worden door de
depot-bataljons en, waar deze in hare taak te kort schieten, dooi
de veld-bataljons.
Blijkt hieruit reeds dat de formatie van de Infanterie eene fictie
is, daar er geene scheiding gemaakt wordt tusschen veldtroepen en
garnizoens-infanterieook de feitelijke sterkte der korpsen vergeleken
met de organieke wijst op een incompleet, behalve aan Amboineezen.
Zoo was de feitelijke sterkte der bataljons welke op 1 Februari
op Java gelegerd waren (t. w. het le, 4°, 6e, 7e, 8e, 9e, 13e en
18c bat.): 146 off., 1775 Eur., 760 Amb. en 1500 Inlanders, tegen
over eene formatie-sterkte van 148 off., 2252 Eur., 512 Amb. en
1815 Inlanders. Die feitelijke sterkte moet nu nog verminderd
Nog is er eene vraag omtrent de werving gedaan.
Wat doet men om de werving te bevorderen? Reeds geruimen tijd is aan de ge
legenheid en aan de voorwaarden zooveel mogelijk publiciteit gegeven door in ruime
mate allerwege gedrukte mededeelingen verkrijgbaar te stellen. Wij zorgen verder
dat in tal van couranten herhaaldelijk stukken of berichten worden opgenomendie
de voordeelen van de werving aanwijzen, zoodat degenen, die couranten lezen en die
geen werk hebbeningelicht worden hoe en waar zij werk en eene toekomst kunnen
vinden.